Regendruppels en hagelbollen


Sarah Peters is theatermaker en schrijver. Ze werkte enkele jaren als cliniclown. Tegenwoordig leidt ze de Theaterbatterij in Gent. Onlangs bracht ze een bundel korte verhalen en gedichten uit, bij Fluxenberg in Gent, in coproductie met haar zoon Janosh Rummens, die de illustraties verzorgt.

De teksten zijn persoonlijk. Ze gaan over liefde en vriendschap, verlies, rouw en loslaten. Haar adoptie-achtergrond speelt een belangrijke rol. Het zijn strofenloze en rijmloze mijmeringen, dromen en fantasieën met een hoog surrealistisch gehalte.

Mijn hoofd staat los op mijn schouders, kantelt zachtjes heen en weer/ en ontkoppelt zich uiteindelijk van mijn romp, /rolt langzaam langs mijn arm naar beneden en valt op de grond. / Maar dat is niet erg. / Ik heb mijn hoofd niet meer nodig want mijn hoofd is leeg, / ik laat het achter in de supermarkt, iemand anders zal mijn hoofd wel kopen. Iemand anders die ook niets wenst te weten. / Daar dient een leeg hoofd voor, uiteindelijk.

De ruwe, ‘primitieve’ potloodschetsen van de twaalfjarige Janosh sluiten perfect aan bij de absurdistische en toch steeds heldere, zelfs alledaagse taal van de gedichten. 

Ik heb mij afgevraagd of de dood ook in potlood getekend kan worden, / zodat er alsnog gegomd kan worden. / Zoiets als voorlopig dood. / Een in potlood getekende dood lijkt mij geen overbodige luxe.

En

Mijn moeder is niet weggegaan, ze is gewoon vertrokken, / ze is vertrokken naar ergens anders en ergens anders dat is elders. / Elders dat is aan de andere kant van de kosmos.

De dichter is, ondanks de verdrietige zaken waarover ze spreekt, nergens larmoyant of pathetisch. Integendeel. Vaak genoeg doet ze de lezer glimlachen.

Geachte heer, ik heb besloten om het grote circus te verlaten. / Ik heb de clown die opgesloten zat in mijn binnenste / losgelaten in deze grote waanzinnige wereld. / Ik hoop dat hij het redt zonder mij.

De bundel sluit af met de trilogie Regendruppels en hagelbollen, waarin Sarah vanuit de armen van haar moeder, op de top van een heuvel, belandt in de armen van haar vader, in de gedaante van Pinokkio, aan de voet van de helling.


Deel 2

Ik keek naar moeder en / haar gezicht was wazig, mijn verbazing was groot want haar / hoofd was een gigantische hagelbol geworden, en in die glazige / bol zag ik de weerspiegeling van mijn gezicht, alsof mijn /moeder mijn hoofd op haar schouders droeg.

Deel 3

En daar stonden wij dan (…) mijn vader en ik. Ik keek naar boven, mijn moeder stond nog / steeds op de berg, maar ze was al voor de helft / weggesmolten, en ze bleef langzaam wegsmelten, / dat zij op een gegeven ogenblik helemaal verdwenen was.

Het knappe van de bundel is dat je je als lezer meteen gewonnen geeft en makkelijk meevloeit met de onwerkelijke associaties en wendingen van de teksten, zonder die ook maar een moment als vervreemdend te ervaren.


Regendruppels en hagelbollen, Sarah Peters, Uitgeverij Fluxenberg, Gent, 2022, ISBN 9789464519143

(Will van Broekhoven)