Aardelingen


Wanhoop uitspelen tegen schoonheid / is een eenzaam beroep. / Dichters doen het. / Kamermuzikanten ook. / En jagers op stille rouw en eerste sneeuw. // De echo daarvan is een foto. / Een die zich kromt in de wereld van Tarkovski. [….]
Het waren de eerste regels, van het gedicht Geen dans, die ik bij het willekeurig openslaan van Aardelingen las, en ik was onmiddellijk mee met Geert Jan Beeckman.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik niet eerder iets las van Geert Jan Beeckman. Hij debuteerde in 2007 met Diep in het seizoen, waarna Hersenneerslag (2011), Bloedgroepen (2015) en Woestijnzucht (2021) volgden. Op mijn werktafel ligt nu dus Aardelingen, een stevig boek in oblongformaat. Het is de weerslag van een creatief samenwerkingsproject waarbij fotograaf Eddy Verloes, musicus Jef Neve en dichter Geert Jan Beeckman zich door elkaars werk lieten inspireren. De foto’s van Verloes zijn zwartwit of dat nagenoeg, en erg – om een hier toepasselijk adjectief te gebruiken – poëtisch. Ik kan me goed voorstellen dat Beeckman zich hierdoor aan de gang liet zetten. Mooi bij het geheel past zeker ook de op een cd bijgevoegde muziek van pianist Jef Neve, wiens werk hier me af en toe aan de kamermuziek van Francis Poulenc doet denken. Ik ga me in dit kader echter beperken tot de bijdrage van Beeckman.

Waarbij ik met graagte een treffend citaat aanhaal, omdat het de nagel op de kop slaat: ‘Je leest best met de cadans van een huifkar op weg naar een zonnige bestemming. De scherpe metaforen en verrassende wendingen verhogen het intellectueel genot tijdens de verwerking van Beeckmans werk. Abstracte begrippen kneedt hij tot gave poëzie. Een schijnbaar makkelijke oefening, maar de realiteit is anders.’ Dat noteerde Frank Decerf beatae memoriae eerder in De Boekhouding over Beeckmans bundel Bloedgroepen. Hij had gelijk. Neem (uit Het heeft mij) de regels Je moet al van nergens komen om / van ergens anders te zijn. Schijnbaar makkelijk inderdaad, maar ga er maar mee aan de slag, hè. Of (uit De binnenkant van het slapen) Zij die in hun slaap spreken melden zich / bij een andere tijd

Met dergelijke ogenschijnlijk eenvoudige ‘constateringen’ weet Beeckman te appelleren aan de leesbeleving van de geoefende poëzielezer maar beslist ook aan die van iemand die een boek als dit eerder per ongeluk openslaat. Beeckman, op ’s mans metriek en prosodie is niets aan te merken, strooit een bundel lang met simpelweg fascinerende regels. Ik pluk er zo maar weer een, uit Voor de tijd die er is: Zeker ik hield van kale kunst. / Maar een steen is thuisloze taal. Natúúrlijk is een steen thuisloze taal denk ik dan, dat ik dat nog niet eerder zo besefte. Goed gedaan Geert Jan. En Eddy. En Jef. Mooi boek. Graag bekeken, beluisterd en gelezen.

Voor ik het vergeet: Armée de Verre tekende voor de werkelijk wonderschone vormgeving waarin de componenten van dit bijzondere samenwerkingsproject elk helemaal tot hun recht komen


Aardelingen, Eddy Verloes (fotografie), Geert Jan Beeckman (poëzie) en Jef Neve (muziek), Uitgeverij Snoeck, Gent, 2022, ISBN 9789461617668

(Bert Bevers)