Tekens van het onzichtbare


Antoon Van den Braembussche is cultuurfilosoof, gespecialiseerd in kunstfilosofie en comparatieve filosofie. Recent verscheen Tekens van het onzichtbare, vier essays over kunst en mystiek, waarin hij de mystieke dimensie in het werk van dichters (Rumi en Paul Celan) en beeldende kunstenaars (Paul Klee en Anish Kapoor) belicht. Het boek is een vervolg op zijn vorig essayboek, De stilte en het onuitsprekelijke, over beeldcultuur, kunst en mystiek (Epo, 2016), waarin christelijke mystiek en zenmystiek centraal stonden. In zijn exploratie van het onzegbare in het werk van het viertal dat hij nu onder de loep neemt, biedt hij een ruimere waaier: naast de zenmystiek komen ook het hindoeïsme, het soefisme en de joodse mystiek aan bod - en dat maakt het alleen maar nog interessanter.

Het procedé dat de auteur toepast maakt de thematiek toegankelijk: eerst zet hij het viertal in een historisch en biografisch kader, dan belicht hij de mystieke dimensie in hun werk, gevolgd door een Intermezzo met korte, verhelderende aantekeningen. Zo komt in de mystieke processen die hij hier analyseert het onuitsprekelijke in het werk van de Perzische dichter Rumi aan bod, wiens poëzie maar al te vaak het etiket homo-erotisch krijgt toegedicht, waar het eerder een uiting was van zijn spirituele vriendschap met de mysticus Sjams van Tabriz: Vol hartstocht/ wacht ik in stilte/ op een teken,/ een glimp/ van jou. Volgt het onzichtbare en de stilte in de engelenserie (potloodtekeningen) van Paul Klee. Hedendaags Brits kunstenaar Anish Kapoor, opgegroeid in India, confronteert de kijker met ‘een onpeilbare afgrond, een oneindige leegte, die tegelijk angstaanjagend en ongrijpbaar is’ – ‘onvatbare leegte’. De Duitstalige dichter Paul Celan, wiens gedicht Fuga van de dood (Zwarte melk der vroegte we drinken haar ’s avonds/ we drinken haar ’s middags en ’s morgens we drinken haar ’s nachts// we drinken en drinken/ we graven een graf in de lucht daar lig je niet krap - vertaling Tom Naaijkens) als geen ander de gruwel van de Holocaust verwoordt, wist uit ‘het ondenkbare en onvatbare lijden een poëtische transformatie te creëren’.

Antoon Van den Braembussche is tevens een verdienstelijk dichter. Bij Uitgeverij P verschenen de bundels Kant-tekeningen, Het uur van de wolf en Alles komt terug. Eerder publiceerde hij in de periode 1979-1995 drie bundels onder het pseudoniem Tonko Brem. Als Coda heeft hij in deze publicatie een cyclus eigen gedichten opgenomen, uit Tien dichters voor Celan, gedichten in het kader van het Celanjaar, eerder verschenen in Poëziekrant. Eén fragment:

Sterf voor je sterft,
zegt de mysticus.

Wij hebben in het kamp
en in het hele ongeheelde leven nadien
niets anders gedaan.

In herfst, getijde en het niets.
Ons stuk kauwend
op de tekens van het ongeziene.

De stilte en het onuitsprekelijke was een succes: derde druk in 2019. We wensen het bijzonder interessante Tekens van het onzichtbare terecht een even goede vaart toe.


Tekens van het onzichtbare. Essays over kunst en mystiek, Antoon Van den Braembussche, Uitgeverij Damon, Eindhoven, 2021, ISBN 978 94 6340 295 8.

(Roger Nupie)