Een dichter schildert leven


Het is geen sinecure om een gedicht te schrijven bij een bestaand kunstwerk dat ook volledig op zichzelf staat. Vaak blijft de poging hangen in een illustratie of een beschrijving van. Van dit gevaar is Mark Meekers zich terdege bewust. Niet verwonderlijk natuurlijk, hij is zowel dichter als beeldend kunstenaar.

In zijn jongste bundel, In het oog van de stilte, ontloopt hij deze lastige horde door zich niet te beperken tot één schilderij, maar kiest hij ervoor om leven en werk van een bewonderd kunstenaar centraal te stellen: de schilder Jakob Smits, die leefde van 1855 tot 1928.

Dat Mark Meekers weet waar de valkuilen liggen, geeft hij meteen in het eerste vers, Kijkspel, al aan. Na de introductie van de schilder, zijn werkwijze, zijn thema, besluit hij het gedicht met deze constatering:

soms penseelt hij zichzelf voorbij, schildert
meer dan hij weet, is het doek wijzer dan hijzelf.


Zo is het ook met taal, weet de dichter. Wie de taal volgt in zijn ambachtelijkheid wordt regelmatig geconfronteerd met de eigenzinnigheid van datzelfde materiaal: woorden, zinnen, begrippen die de lading (net) niet dekken.

Mark Meekers weet als geen ander hoe hij kan samenvallen met zijn evenbeeld, hij is de schaduw van zijn hoofdpersoon, hij weet wat hem bezielt, hij kent de wereld die hem omringt:

ze stapt mijn verfdoos uit, mijn werkelijk-
heid binnen, kleurt mijn grijze leven in,
verandert rouw en napijn in jonge wijn


De dichter volgt de schilder op de voet en herbeleeft als het ware diens leven. Niet alles leent zich voor poëzie, ondanks de verwoede pogingen van de dichter. Soms blijft een vers hangen in zijn bedoeling of drukt het bijna te letterlijk uit wat het wil zeggen en blijft daardoor aan het oppervlak van de anekdotiek, zoals in het gedicht waarin de schilder zijn derde vrouw huwt:

dreimaal is scheepsrecht: Anna overboord,
Malvina naar de kelder en nu met Josine
scheep. Ze is mijn reddingssloep, plezier-
jacht, feestvlaggetje en huwelijksboot.


De bundel is verdeeld in 3 delen: Tussen de schaduwen, Oogstrelend en In de greep van het licht. De delen volgen elkaar op in de chronologie van het leven van Jakob Smits. Het geeft tevens de ontwikkeling aan die de schilder doormaakte. Zo bevat de tweede afdeling in beeld en woord vooral portretten en beschrijft de derde de worsteling met het licht op het doek. Het laatste gedicht van de bundel roept het laatste gedicht van een andere dichter in herinnering: Laatste gedicht van Hans Andreus. Andreus dicht:

Hoe moet het nu, waar blijf ik met dat licht
van mij, van jou, wanneer het vallen, weg in
het onverhoeds onnoemelijk begint


Meekers slotwoorden zijn:

maar wat met al het licht dat in mij kiemde?
wie vergaart het voor de blinden van morgen?


In het oog van de stilte is een aangenaam geschreven levensverhaal dat het leven van de schilder adequaat verwoordt, nergens sentimenteel wordt en toch (of dus) tot de verbeelding spreekt.

Een geslaagde loot aan de stam van de dichter.


In het oog van de stilte, Mark Meekers, Uitgeverij P, Leuven, 2021, ISBN 978 949 318 360

(Wim van Til)