Altijd die ander


Wie een klein voorwerp moet oprapen en er met de vingers niet bij kan, neemt een pincet. De knijpbeweging zorgt ervoor dat het voorwerp geklemd blijft tussen beide ‘grijparmen’ en zo dus van het oppervlak getild kan worden. Door de duim en wijsvinger te ontspannen, valt het voorwerp op de bestemde plaats. Op dezelfde manier kun je met duim en wijsvinger op het scherm van je tablet of mobiele telefoon het getoonde beeld verkleinen dan wel vergroten tot je de gewenste afmeting hebt verkregen en het gewilde beeld in het juiste formaat verschijnt.

Zie hier de gevolgde werkwijze van Sander Meij in zijn tweede bundel, Pincetbeweging. Hij zoekt met beide vingers in zijn verleden om een antwoord te vinden op levensvragen van nu. Twee gedichten gaan 6 afdelingen gaan. In het openingsgedicht maken we kennis met die methodiek:

Beet

diep in het gat van de grabbelton
tast ik presentjes als herinneringen af
tracht ik te raden welke ingepakte schat
zicht tussen mijn vingers bevindt

waar ik naar reik maar niet aankom
wat ik vasthoud en weer loslaat
waar ik onwetend al tijden naar verlang
het laat nog naar zich raden hier

mijn hand trekt zich terug in het licht
en ik klem tussen duim en wijsvinger
de contouren van een klein universum
zorgvuldig verpakt in onwennig papier

iedereen denkt aan iets anders

We worden direct gewaarschuwd: er is een ik die zoekt naar houvast in herinneringen, maar iedereen denkt aan iets anders. Vergeet dan maar dat herinneringen concreet èn betrouwbaar zijn.
De lezer stapt een geschapen wereld binnen die langzaam volloopt met beelden die om bevestiging vragen. De ‘schotten’ tussen de afdelingen (die overigens rechts gecentreerd op de pagina staan) werken als reestappen in een drassig landschap, kleine stevige plekken om houvast te vinden voor de volgende stap of sprong. Toch is ook die zekerheid twijfelachtig:

Symbolen bevatten betekenis misschien, maar ik wil
van de kaart om de achterkant te zien. Wat blijft
 daarvan over, eenmaal over de rand?

De dichter keert in afdelingen terug naar zijn jeugd, zijn pubertijd. Ouders spelen een ondergeschikte rol, zij dragen slechts herinneringen aan. Zoals in het gedicht HET EINDE VAN VERHEUGEN dat verbeeldt hoe een vader voor zijn zoon een boomhut construeert, waarin de zoon (op de troon in het holst van je houten paleis / tot koning gekroond door een bladerdak // voor het eerst van je leven / geen idee wat nu te doen) de leegte ervaart die hem in zijn terugblik opnieuw aangaapt.
Zijn herinneringen bouwen geen consistent verleden, geen houvast. Die confrontatie is frustrerend, er geen verleden waarop je kunt bouwen. Hoe klein of hoe groot je de beelden ook wilt reconstrueren.
In een van de laatste gedichten (HOUVAST) wordt dat nog eens onderstreept:

“je moeder vraagt of je misschien nog weet
hoe slecht je terechtkwam die dag”

Pincetbeweging is een goed gebouwde onmogelijke zoektocht naar de ander die je ooit was, maar die niet herkenbaar in beeld wil komen. Jury van de J.C. Bloemprijs, leg deze bundel op je stapel!

Pincetbeweging, Sander Meij, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2019, ISBN 9789046824900

(Wim van Til)