Naar aanleiding van zijn
zeventigste verjaardag verscheen van Willem Persoon Persoonlijk, een lijvig boek van 416 bladzijden, waarin zijn negen
verschenen bundels volledig zijn opgenomen en dat eindigt met een aantal nieuwe
gedichten. De dichter voorzag voor deze uitgave elke bundel van een inleiding.
Zo kunnen we lezen dat Stuipen naar de
middag (1972) een gestencilde uitgave in eigen beheer was, waarin
voorzichtig, onder invloed van het Nieuw realisme, de mogelijkheden van het
schrijverschap werden afgetast. Nummer twee, Plantaardig (1975) verscheen nog steeds in eigen beheer. De jonge
journalist werd vader en verwoordt voorzichtig zijn vreugde en zijn vrees. In Het Niemandsuur, verschenen bij De
bladen voor de poëzie in 1977, neemt de dichter meer afstand van zijn
onderwerp. Zijn beeldspraak wordt echter veel rijker. In Regeneratie (1981) evolueert hij naar een meer klassieke
schrijfstijl met kwatrijnen en terzinen, maar er is ook een hele reeks Kleingedichten waaronder dit: Ik was nooit een behanger / Maar men heeft
het me geleerd / Ik was ooit een
lichtgelover / Maar men heeft het me
verleerd. De bundel eindigt met de mooie cyclus Antverpia. Archeologie
(1988) ontstond na enkele zware levensklappen, zoals een echtscheiding en de
dood van de vader. De titel verwijst naar het zoeken van wat er overblijft. De
auteur wil tevens zijn grenzen verleggen en schrijft op afstandelijke wijze
over binnen- en buitenlandse steden. De volgende publicatie Onderzeeër verscheen 1997 en bevat een
inventaris van winst en verlies in het leven. Het is een sterk geconstrueerde
bundel met als hoogtepunten de 16-delige cyclus Getijden voor Mathilde, die geïnspireerd is door de Mathilde-cyclus van Jacques Perk. De
titelcyclus die verwijst naar de na een zware onherstelbare hersenbloeding woordenloos
geworden geliefde. In Vuurmaker (2005),
met als bijkomende titel De Heidense Gedichten, wil Persoon
nogmaals komaf maken met het verleden, maar hij doet dat nu in een totaal
andere stijl, op een vrijere manier die dieper treft en verwijst naar sjamanen
en genezeressen. De auteur is teruggekeerd naar zijn geboortestreek en schrijft
er zijn poëtische Akte van geboorte.
Het wordt een zoektocht naar belangrijke gebeurtenissen op en rond zijn geboortedag.
Andere cycli zijn Het water, met
natuurgedichten, De Rebus, gedichten
die Persoon schreef bij grafisch werk van de kunstenaars Albert Daniëls, Enk De
Kramer en Christophe Meul en Bessas,
gedichten over de Ardèche. In Sub Rosa (2007) worden eerst een aantal
geheimen onthuld en daarna volgen talrijke cycli geschreven bij grafisch werk
van Veerle Rooms. De bundel sluit af met gedichten geschreven bij werk van graficus
Robert Wuytack. Our Soldiers
verscheen in 2009, ter herdenking van de Slag bij Passendale en behandelt de
inbreng van Nieuw-Zeeland tijdens de Eerste Wereldoorlog. De verzamelbundel
sluit af met een addendum van een aantal gedichten over het leven, over ziekte,
over mythen en tekens. Deze publicatie toont duidelijk dat Willem Persoon
debuteerde als een poëtische zoeker die na verloop van tijd een zeer bedreven
persoonlijke stijl heeft gevonden.
Persoonlijk,
Willem Persoon, Uitgeverij C.de Vries-Brouwers, Antwerpen, 2014, ISBN 978 90
5927 791 5
(Tony Rombouts)