Het schrikdraad van Vekemans

Vertrekkend vanuit de mythe van Ariadne creëerde de dichteres Herlinda Vekemans een multi-gelaagde dichtbundel. Zoals een prisma het licht breekt en schoonheid schept, zo slaagt de auteur er in deze nieuwe bundel in om aan elke lezer zijn individuele waarheid te doen vinden. Herlinda Vekemans komt op geregelde tijdstippen - maar wel steeds met lange tussenpozen - met nieuw werk op de proppen. Bij haar huidige uitgever Poëziecentrum verschenen Versneden en Buiging. Daarna werd het stil, maar wachten loont soms en met Schrikdraad vindt de lezer waar voor zijn centen. De dichteres schrijft afgemeten, afgewogen en streng voor zichzelf. Ze polijst haar taal tot nachtelijke sterren. De dreiging, de aanslag en de onzekerheid over de toekomst verplichten de dichteres dankbaar te zijn en het leven te omarmen en dat laat ze merken. Vekemans gebruikt alle technieken die gedichten tot poëzie transformeren en in haar vocabularium zijn de verbindingen naar haar beroepsleven bijna onvermijdelijk: Herlinda Vekemans is docente Engels aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Ze begeleidt studenten geneeskunde en onderzoekers in het biomedische veld. Zij kapselt diverse metaforen in en komt op die manier tot associaties die het leestempo vertragen, maar daardoor precies elke versregel verrijken. Op dat moment wordt lezen vooral na-denken, daarna openbaart zich de ontdekking. De dichteres verrijkt ons taalpalet met woorden als oogneerslag, klankrouw, dodekafonie, letterkronkel, klankbollen, letterzetterhel en nog veel meer. Bij Vekemans ligt onder de laag van kalme waarschuwing en afwachten een sterke positieve onderstroom van waaruit vooral hoop en liefde spreken. Deze gedichten houden van de mens. De dichteres gelooft in het doorzetten. Ooit komt de viering van het rustpunt, de overwinning op de grote en kleine ellende van ons bestaan. Een voorbeeld:

Ariadne en de wereld

een schervengedicht


lichaam / kluwen

Het touw dat haar uit het doolhof had geleid, knelde rond haar

lichaam, een spiraal van pijn.

Ze sloot haar ogen, liet de sluimer van de duisternis haar huid

deppen, vond genoeg donkerte tussen smeulende as en

potscherven, doofde de beelden op haar netvlies en gaf zich

over aan de slaap.


wereld / vuur

In de verte zong de zee. De ochtend putte laaiend rood uit

de einder en goot het breeduit in de branding. Dichtbij het eiland

lag de wereld. Hij keek haar aan met de ogen van een sfinx.

eiland / schip

Het enterde de opening in het regenboogvlies van haar ogen

en plunderde haar gezichtsveld leeg. Woorden, namen van

verworpelingen op potscherven geschreven, pulseerden in grote

halen happen adem weg.

Kleiner en kleiner. Een stip in de lijn van de einder, het brandende

touw van de wereld.

Herlinda Vekemans geniet, ontvangt, bedankt; meer eisen haar gedichten niet op. Ze is geen tafelspringer, haar gedichten zoeken geen confrontaties, ze belonen ons met rustpunten. We blijven achter vol positieve energie. Slechts één enkel schoonheidsfoutje kan de puristen onder ons wat storen, namelijk de nummering in de bundel die verschillend is van wat de inhoudstabel ons zegt.

Schrikdraad, Herlinda Vekemans, Poëziecentrum, Gent, 2011, ISBN 9789056551247

(Frank Decerf)