Het
is al elf jaar geleden dat I Thought We
Just Left That Party verscheen, het poëziedebuut van Jess De Gruyter (°
1973). Twee jaar later verscheen de opvolger, It Was A Boring Conversation Anyway. Het was de bedoeling dat een
derde bundel bij het Poëziecentrum een trilogie zou voltooien, maar die is er
nooit gekomen. Op de valreep van 2015 zag nu Zo meteen gaat deze kogel een hoop rotzooi aanrichten het licht,
opnieuw een fascinerende zwerftocht door van alles en nog wat. Waarbij oorlog
en film constanten zijn. Dat mag geen verwondering wekken vermits De Gruyter
van opleiding cineast is. Hij is niet alleen als dichter actief, maar ook als
videast. Dat ook in deze discipline film zelf een inspiratiebron voor hem is
moge blijken uit Telefon!. Tik die
titel en zijn naam maar eens in op YouTube.
Smullen voor filmliefhebbers, want het filmpje is ook een soort quiz. Wie smijt
die telefoon op de haak, en in welke film?
In
zijn debuut, opgedragen aan Sylvia Kristel, duiken reeds Steve McQueen, Cary
Grant en Laura Gemser op, terwijl in de tweede bundel (de naar de bescheiden
mening van steller dezes oogverblindende) Liv Tyler en Grace Kelly, Natalie
Wood, Humphrey Bogart, Lauren Bacall, Richard Burton, Elisabeth Taylor,
Jean-Paul Belmondo en Jean Gabin figureren.
In
het eerste gedicht van deze nieuwe bundel duikt in het eerste gedicht al een scene
uit From Russia With Love op, met
Robert Shaw. Voorts zijn Gudrun Ensslin (zelfs deze medeoprichter van de Rote
Armee Fraktion blijkt een klein filmisch verleden te hebben: ze speelde in 1967
mee in het experimentele filmpje Das
Abonnement), Kim Novak, Clint Eastwood, Lou Ferrigno, Bela Lugosi, Marlon
Brando en weer Bogart filmiconen van dienst.
Maar er duiken ook
een scenarist (Raymond Chandler), een componist van filmmuziek (John Barry) en
een regisseur (Sam Peckinpah) op.
En
dat allemaal in litanieachtige verzen waarin kinderen worden gered uit een
weeshuis dat in lichterlaaie staat, messentrekkende desperado’s in het deurgat
verschijnen, pijlgifkikkerurine gedronken wordt, walnoten worden verbrand om
lijkgeur te verdrijven, met braamstruiken gesproken wordt, in de soep van een
Taiwanese kok gerocheld wordt en in vijvers periscopen worden waargenomen.
Deze
poëzie heeft afwisselend een documentair en een fantastisch karakter, en staat
bomvol beklijvende strofen als we
knielden niet / we vielen // voor het kindmeisje / dat blasfemisch sprak / in
dode talen // we kregen gratie / maar smeekten om de strop en wij vervloeken de goden / bidden als ketters
/ weten dat als hij nu / de eeuwige jachtvelden betreedt / er morgen weer een
onweer losbarst / dat zijn gelijke niet kent.
Wat
mij betreft duurt het niet nóg eens acht jaar vooraleer Jess De Gruyter met een
nieuwe bundel komt. Ik lees zijn werk, waarbij
je nooit echt goed weet aan welke kant van de lens je je bevindt, erg
graag.
Zo
meteen gaat deze kogel een hoop rotzooi aanrichten, Jess De Gruyter, het balanseer, Gent, 2015, ISBN 9
789079 202317
(Bert Bevers)