In
2015 werd Leo Pleysier zeventig jaar. Bij die gelegenheid bracht zijn uitgever
vijf met elkaar verwante romans samen in het kloeke boekwerk dat Familiealbum heet. Pleysier had
oorspronkelijk niet de intentie die romans tot een geheel te smeden. De eerste
van de vijf, Wit is altijd schoon, verscheen
in 1989. In
de loop der jaren verschenen nog De kast
in 1991, De Gele Rivier is bevrozen
in 1993, Zwart van het volk in 1996
en Volgend jaar in Berchem in 2000
(deze boeken maken overigens deel uit van een veel omvangrijker oeuvre, maar
dat doet hier niet ter zake). Samen vormen ze
een groepsportret van een Vlaamse Kempense familie.
Pleysier
voorzag Familiealbum van een nieuw
nawoord, dat de boeken in een ruimer kader situeert en de lezer
achtergrondinformatie verschaft omtrent thematiek en intenties.
Wat
dit werk een unieke plaats in de literatuur bezorgt, is het feit dat de auteur
de familieleden van de Kempense familieleden laat spreken en denken in hun
eigen, typisch Kempense omgangstaal. Dat unieke draagt daarenboven bij tot het
bewaren van een taalidioom dat aan het verdwijnen is.
In
Wit is altijd schoon is de net
overleden en nog opgebaarde moeder in een lange monoloog aan het woord. Heel
haar leven ratelde ze aan een stuk door, wat de kinderen een veilig gevoel
verschafte: als moeder er was, was ze hoorbaar en was alles in orde. Ook De kast is voor bijna honderd procent
een monoloog. De zus van de centrale hoofdfiguur belt naar haar broer om hem te
vragen of er iets van de inhoud uit de geërfde kast mag worden weggegooid.
Tijdens haar alleenspraak roept de inhoud van die pastoorskast herinneringen op
en passeert de hele familie de revue. De
Gele Rivier is bevrozen beschrijft een klassieke “tante non” uit het
katholieke Vlaanderen van de eerste helft van de twintigste eeuw. Al heel jong
verlaat zij land en familie en keert nooit naar haar wortels terug. In het
tijdens haar afwezigheid grondig geëvolueerde Vlaanderen vallen er immers voor
de kerk geen zieltjes meer te winnen. In Zwart
van het volk is een bodemdeskundige de hoofdfiguur. Hij woont in Nigeria en
reageert met moeite op het overlijdensbericht van zijn moeder. Tijdens zijn
vliegreis overschouwt hij zijn leven: hij is ontheemd en maakt nauwelijks nog
deel uit van de familie.
Familiealbum sluit af met Volgend jaar in Berchem, dat een familiebijeenkomst
op nieuwjaar beschrijft. Het belangrijkste gespreksonderwerp is de al lang
overleden vader. Hij was een veehandelaar en tijdens de oorlog een kleurrijke
verzetsstrijder. Als gezinshoofd riep hij gemengde gevoelens op: voor de
kinderen was hij zeker niet de lieve, warme vader die zij zich als kind hadden
gewenst.
Familiealbum is een
schitterend boek dat ook een bepaalde bewaarfuncties vervult. Het beschrijft
een Vlaanderen dat zich bevrijdt van zijn katholieke ketens, het legt een manier van spreken vast die nu, anno
2016, nauwelijks nog bestaat in Vlaanderen. Het schildert een tijdperk.
Familiealbum, Leo Pleysier, De
Bezige Bij, Amsterdam/Antwerpen, 2015, ISBN 9789023490203
(Philippe
Cailliau)