Voor mijn ogen is het eerste
fotoboek van Cherry Duyns. Het omvat een omvangrijke keuze van foto’s (een
250-tal) die hij in de loop der jaren heeft gemaakt. Opspattende golven, al dan
niet dreigende wolkenluchten, de zee, waterpartijen, haast abstracte
landschappen, waterschildpadden, een enkele kikker, een plastic eendje in een
etalage en een opvallend groot aanbod vogelvrienden: vogels in de lucht, dode
vogels en “plukplekken”, een term waarover John Heymans (die al eerder een monografie
over Duyns schreef, Herfstlied) in
zijn inleiding zegt: Eigenaardig woord.
Wat je daar ziet liggen, zijn de resten van een vogel. Macaber en ontroerend
tegelijkertijd. Hier heeft een of andere roofvogel zijn sterke klauwen geslagen
in het vlees en bloed van een andere vogel. Een van zijn pootjes ligt
zielroerend tegen de verstilde verenpracht aan. Net een kleine hand, denk je,
met zwartgelakte nagels. De menselijke aanwezigheid ontbreekt, met
uitzondering van enkele foto’s van benen en schoenen, wellicht van de fotograaf
zelf.
Het boek is
opgedragen aan Armando, met wie Duyns Herenleed
schreef, vertellingen van weemoed en
verlangen, die beide heren, aangevuld met Johnny van Doorn, op tv brachten
en daarna acht jaar in theaters - een avontuur dat in totaal vijfentwintig jaar
duurde. Net als bij schrijver-schilder-muzikant Armando is veelzijdigheid troef
bij schrijver en filmmaker Cherry Duyns. Over zijn kompaan maakte hij de
documentaire film Armando, portret van
een vriend.
Sleutelbegrippen in
het oeuvre van Duyns zijn de weemoed, de melancholie, de vergankelijkheid en zinloosheid van het bestaan, vaak overgoten
met een absurd gevoel voor humor - een
thematiek die hij trouwens gemeen heeft met Armando.
Zoals steeds heeft Uitgeverij
Voetnoot grote zorg besteed aan deze uitgave op groot formaat (21 x 29,7 cm ), waarbij de foto’s
paginagroot zijn afgebeeld, hier en daar verlucht met korte tekstfragmenten van
Duyns, die net als de foto’s getuigen van een warm en liefdevol gevoel voor en
verbondenheid met de natuur: In veel wat
ik geschreven heb, spelen vogels een rol. In De zondagsjongen is het een kauwtje. In Dante’s rompet is het een grijze roodstaart, in De Chinese knoop een mandarijneend. Ik
houd van vogels en, dat heb ik te danken aan een kauw die ik ooit op het
Sophiaplein ontmoette. Uitgeverij Thomas Rap bundelde in 2012 de drie
hierboven vermelde romans in de trilogie
Dicht bij zee.
De poel staat droog. Het is er stil en leeg. De wind en
de wolken hebben ze achtergelaten en de geur van het gras. Ze zijn vertrokken
zonder afscheid. Naar elders, met de zon en de sterren als bakens. Je weet dat
ze moeten. Je mist ze. Mijn kleine melancholie in de polder.
Voor mijn ogen biedt
hartverwarmende, troostende melancholie in een fotoboek waar je niet op uitgekeken
geraakt. Met zowaar een boodschap: Houd
goede moed! Ik zeg dit even voor de vogels onder ons.
Voor mijn ogen, Cherry Duyns (foto’s en teksten), John
Heymans (inleiding), Ulrike Mischke, Cherry Duyns en Henrik Barends
(samenstelling), Uitgeverij Voetnoot, Amsterdam/Antwerpen, 2015, ISBN
978-94-91738-25-8
(Roger Nupie)