Maarten Embrechts, pseudoniem
voor Luc Mertens, is dichter-kunstschilder. Pas de zestig voorbij, is hij gaan
publiceren. Vanaf 2008 verschijnen zijn gedichten in diverse tijdschriften en
wordt hij opgenomen in een paar bloemlezingen. In 2010 en 2011 wordt hij
genomineerd voor de Melopeeprijs. Met Dagen
van koffie en van brood volgt nu zijn debuutbundel.
Hij noemt het zelf een
doorlopende vertelling in dichtvorm, die de ontwikkeling schetst van een
opgroeiende jongen in de vijftiger en zestiger jaren tot aan het afscheid op
latere leeftijd van zijn demente moeder. Embrechts doet dat in 5 korte cycli,
die ieder een fase uitlichten uit het opgroeien van kind tot volwassene.
Vanaf het eerste vers is
Embrechts duidelijk, deze gedichten gaan over hemzelf, zijn onzekerheid over
wie hij is: Er is aan ons huis een haag
waar ik in kan / kruipen en zelfs recht kan staan Na school / moet ik daar
altijd even in en uit…en verder in het laatste vers van het openingsgedicht
Hoe kan mijn hoofd van / jongens houden
als mijn lijf iets anders zegt Moet / ik dan mijn voeten in mijn moeders
schoenen zetten. Het zijn de schoenen van zijn moeder, damesschoenen, die
de rode draad vormen doorheen deze bundel en metafoor zijn voor de zoektocht naar zijn identiteit, zijn geaardheid en de
worsteling daarbij met zijn ontwakende seksualiteit: Van vrouwen kan ik de wandel niet meer / dragen Ze halen alle mannen
bij me weg en in de derde kantelcyclus Malonne:
Het moet volstaan voor de tussenwereld /
die ik bouw halverwege man en vrouw.
De intense moederbinding en de
totale afwezigheid van de vaderfiguur doordesemen elk gedicht. Waar in de
eerste twee cycli Het Duifhuis en De schoenen
van mijn moeder de dichter zoekt en twijfelt, tracht hij te aanvaarden in de
laatste twee cycli. In Jezus spelen wil
hij in het reine komen met zijn vader Iedereen
heeft een vader nodig / De mijne is pas laat gekomen / Eerst moest hij nog dood,
in Oud papier met het afscheid nemen
van zijn dementerende moeder De dagen
zijn van koffie / en van brood / Wat rest is stilletjes / naar onkruid zitten
kijken / De leegstand groeit.
Ondanks het sterk
autobiografische karakter van deze bundel omzeilt Embrechts, op een paar
clichébeelden na zoals de rechtse praat
van Vlaamse Jezuïeten…en hun obsessie met seks, de valkuil van het
therapeutische schrijven. Zijn gedichten zijn geschreven in een strakke
eenvoudige taal, wars van onnodige epitheta of verbloemde beeldspraak, gedragen
door een aangehouden sterk ritmische cadans. Ze stralen een soort ingetogen
tristesse uit en emotionele spanning, die doet denken aan de 19de-eeuwse
romantici. Daarom is het spijtig dat Embrechts nergens leestekens gebruikt maar
daarentegen wel een nieuwe zin aankondigt met een hoofdletter. Het dient geen
enkel doel, verstoort aanzienlijk de leesbaarheid en werkt contraproductief ten
aanzien van de onmiskenbaar pregnante zegging, die van zijn poëzie uitgaat.
Dagen van
koffie en brood, Maarten Embrechts, 2014,
C . De Vries-Brouwers, Antwerpen-Rotterdam, 2014, ISBN/EAN
978-90-5927-591-1
(Richard Foqué)