Flinterdun: Dee & Van 't Hof

De Eendagsvliegreeks is een initiatief van Uitgeverij Nadorst dat  werk van zowel bekende als onbekende Nederlandstalige auteurs op het literaire universum loslaat, in een oplage van welgeteld vijftig genummerde exemplaren. Bij de bundel van Daniël Dee, 13, krijgt de lezer er een los gedicht als bonus bovenop.
Op de website van Daniël Dee lezen we dat hij in deze bundel poëzie pleegt over liefde, drank, seks, vaderschap & verdommenis, maar ook over de goddeloze schoonheid van vrouwenbillen & de funeste zuigkracht van een zacht bed. Hij voegt eraan toe: dertien puntgave gedichten die ook vormtechnisch zeer bijzonder genoemd kunnen worden. Enige relativering is hem evenwel ook niet vreemd, getuige het laatste gedicht uit deze leuke reeks van 13:

Al het voorafgaande is gelogen. Er zit geen
groots en meeslepend verhaal in mijn geschiedenis.
Ik heb eens een grote liefde verloren en een
andere gevonden. Dat is het wel zo’n beetje.
Verder zit ik voor de tv, speel ik games en drink –
vooral veel bier, soms wijn. Ik verlies me voortdurend
in mijn eigen opgelegde regelmaat. Als er
wereldkampioenschappen verliezen bestonden
dan was ik regerend titelhouder, met gemak
en twee vingers in de neus tot mijn interesse
verwaait. Geen plaats voor revolutie in de staat van
Oblomov. De gedachten in mijn brein zijn troebel
als het vissenpoepwater in mijn aquarium.

Bij de Uitgeverij Stanza verscheen een al even dun boekje: Mijn poëzie van Ton van ’t Hof. De dichter gebruikt hier een procedé dat hij leende van de Canadese dichter David Bromige (1933-2009), die in 1980 My poetry (The Figures Press) publiceerde. Bromige en in navolging Ton van ’t Hof nemen als uitgangspunt kritieken op hun poëziebundels; die worden verknipt en samengevoegd tot een nieuwe tekst. In zijn Verantwoording schrijft Ton van ’t Hof over zowel het gedicht van Bromige als het zijne: beide gedichten zijn een collage, waarbij knipsels uit recensies van het eigen werk aan elkaar zijn geplakt. 
Het resultaat is een klein essay, waarin de schrijver zijn eigen werk situeert en  analyseert. Van ’t Hof is niet vrij van ironie en provocatie - op de flap staat: Mijn poëzie is Ton van ’t Hofs negende poëziebundel, een formulering waar hij de ernstige lezer van poëzie(bundels) maar wat graag mee treitert.
In elk geval heeft dit procedé een boeiende kennismaking met en overzicht van zijn werk opgeleverd en mocht van ’t Hof in het geniep deze literaire trukendoos bovengehaald hebben om de lezer nieuwsgierig te maken naar zijn poëtische ontboezemingen, dan is hij daar in geslaagd. Hij verraadt het zelf al een beetje:

Je erft geen publiek, je bouwt het op, lezer voor lezer. Ik heb dit gedicht samengesteld voor vier, vijf maten. Wellicht luistert er nog iemand anders mee. Deze schijnbare onverschilligheid ten opzichte van de lezer werkt vaak goed. Doe mee.

13, Daniël Dee, Eendagsvliegreeks 3, Uitgeverij Nadorst, Rotterdam, 2013
Mijn poëzie, Ton van ’t Hof, Amsterdamse Renaissance Chapbooks 7, Uitgeverij Stanza, 2014, ISBN 978 94 90401 15 3

(Roger Nupie)