De schaduw van de tijd

Als er tot voor kort slechts sporadisch dichteressen de interesse van uitgevers konden opwekken, is daar vandaag gelukkig een kentering in gekomen. Uitgeverij P boog zich over het manuscript van Rita Geys en vond dat het goed was. Van deze schrijfster verschenen enkele literaire vertalingen, de roman Allison… Allison… (1983), de novelle Anders (1984) en in 1991 de dichtbundel Een vinger in het oog.

De schaduw van de tijd huisvest 6 cycli met elk een afwisselend aantal verzen. In de poëzie van Geys wordt de lijn heel strak gehouden. Het is alsof de dichteres met zo weinig woorden als kan tot goede gedichten wil komen. Door deze vorm van ontvetting komen we tot poëzie die met haiku zou kunnen verbroederen. Eén samengestelde zin krijgt door verknippen de vorm van een gedicht. De auteur herwerkt vaste uitdrukkingen, gebruikt herhalingen, hanteert alliteraties en schept abstraherende metaforen als hulpmiddelen om de lezer te boeien. In haar werk beschrijft Rita Geys onder andere details uit de natuur als rotsen, woestijn en de witte roos. Weer anders zijn de gedichten waar vooral de leegte spreekt; het rustpunt, de anonimiteit, het verstilde bestaan. Deze dichteres is geboeid door de rust. Ze bewijst dat tijd alles inpalmt, niets of niemand kan eraan ontsnappen en de gevolgen moeten wij meedragen. Tijd ontneemt elke vorm van vrijheid. Rita Geys laat in haar poëzie de kalmte overheersen. Iemand anders zegt het op de binnenflap van de bundel zo: Met haar heldere en intrigerende thematiek wil Geys het onvatbare vatten, toch blijft de onzekerheid opdoemen uit de stilte. Verlatenheid en desolate beelden zinderen na.

Door een scheur
in de nacht
komt ochtend
aangelopen

en driemaal
kraait
de haan

de droom
van gisteren
is dood

hoe het
zover
kwam
is niet geweten

evenmin
geweten is
hoe zwart
gras groeit
na zonsondergang.

Er wordt amper gefluisterd, Rita Geys schuwt harde of stoute woorden. De sfeer in deze bundel is stijlvol somber. De vergankelijkheid overwint op het licht. De auteur bouwt haar gedichten op uit een simpel woordenpalet. Er lijkt zelfs gelet op het aantal lettergrepen in elke constructie. Zij verplicht zichzelf tot een keurslijf van weinig woorden op zoek naar essentie. Ze trekt haar poëtica open tot strofen waar afgeslankte versregels de resultante zijn. Ze gooit alle ballast overboord en puurt haar taal uit tot ze haar elixir bekomt. Elk woord, elke letter moet zijn plaats verdienen. Leestekens worden bij haar storende indringers. In deze leegte wordt het evenwicht gevonden tussen wat woorden zeggen en dan weer achter houden. In De schaduw van de tijd wordt alles fragiel gehouden. Wat het oog van de lezer ziet, is van belang. De vorm wordt een essentieel onderdeel. Deze bundel geeft de lezer de vrijheid van interpreteren. Om het kaf van het koren te scheiden, liet de auteur zich bijstaan door Bart Claerhout en Dirk Hanssens. Deze gedichten zijn vooral intimistische poëzie die weinig golven maken.

De schaduw van de tijd, Rita Geys, Uitgeverij P, Leuven, 2013, ISBN 978-94-91455-16-2

(Frank Decerf)