Fritzi ten Harmsen van der Beek,
later ingekort tot F. Harmsen van Beek, was in de Blaricumse villa Jagtlust de
muze van schrijvers als Remco Campert, Cees Nooteboom, Gerard Reve en Theo
Sontrop. Ook Adriaan Roland Holst, Bernlef en Hugo Claus waren in de ban van
haar talent. Haar eerste gedichten verschenen in het tijdschrift Tirade
in 1958. Hugo Claus noemt haar al snel de
beste hedendaagse dichter. In 1963 ontvangt ze de Poëzieprijs van de stad
Amsterdam, best opmerkelijk, aangezien haar eerste bundel pas twee jaar later
zou verschijnen: Geachte Muizenpoot en
achttien andere gedichten. Een instant succes: in enkele maanden worden er
tienduizend exemplaren verkocht. Hierbij het begin van:
Goedemorgen, hemelse
mevrouw Ping
gegeurd en zijn
hopelijk geen van uw overige
zuigelingen aan de
builenpest bezweken?
Hebt U de interessante
nerveuze godvruchtige
vogeltjes, vrome
goedertierende mevrouw, al wel
bekeken, druk
telefonerend van: hallo, met piet,
kom je op mijn tak - o
de sierlijke levendigevogels, allemaal allemaal voor de brave poes,
die veelbeproefde droevige moeder.
Nadat ze in de jaren zeventig
Jagtlust moet verlaten leeft Fritzi een teruggetrokken leven. Toen haar in een
interview werd gevraagd wanneer en of er nog iets van haar zou verschijnen,
antwoorde zij: Ik heb het net beleefd,
dan kan ik toch niet meteen… Stel je voor, dan moet je alles dubbel leven, dat
is toch niet leuk, dat wil ik niet trouwens. Bovendien, dag en nacht werken,
eerst leven en daarna opschrijven wat er gebeurd is… nee, dat wil ik niet.
Zowel haar gedichten als haar
verhalen vormen een opmerkelijk poëtisch universum. Haar werk is even
eigenzinnig, apart en uniek als dat van pakweg Jan Arends, Armando en Samuel
Beckett, verwoord in een heel eigen taal. NRC Handelsblad omschreef het als volkomen natuurlijk spreken in een volkomen
onnatuurlijke taal. Voeg daar kwetsbaarheid, verwondering en tederheid aan
toe en haar oeuvre – dat wel één grote ode lijkt aan alledaagse gebeurtenissen,
haar directe omgeving, dieren en planten – hoe klein het ook is, hooguit zes
publicaties, maakt haar tot een de
belangrijkste schrijvers in de Nederlandstalige literatuur van de 20e eeuw.
Fritzi stond erop dat haar werk
pas na haar dood zou herdrukt worden. In
goed en kwaad brengt voor het eerst haar volledige literaire werk samen,
aangevuld met haar subtiele en minutieuze tekeningen.
Het begon gewoon. Maar dat zegt niets. We waren gewaarschuwd en we
wisten wel beter. Maar het vervelende is dat zolang alles gewoon is, vooral als
dat lang duurt, je niet weet of er nu al wel of nog niet begonnen is. Wie zal
het zeggen en vooral, wat maakt het uit?
Fritzi Harmsen van Beek eindelijk
in één band: het maakt niet alleen heel wat uit, het is een wereld van
verschil.
In goed en kwaad, Verzameld werk, F. Harmsen van Beek, Uitgeverij De Bezige Bij, 2012,
Amsterdam, ISBN 978 90 234 6988 9
(Roger Nupie)