Als ik moet kiezen tussen Alain
Delon en Alain Delmotte, dan is mijn keuze vlug gemaakt. Delmotte legt meer
waarden in mijn schaal. Onnodig ook om over zijn uitgebreide literaire
productie te verhalen en toch … Er zijn zo van die boekjes die door de mazen
van het net glippen en dus door niemand of slechts door enkelingen worden
opgevist. Naar de zwarte markt dus met die ondermaatse vis? Niks van. Marché Noir zou eigenlijk op de lijst
van verplichte lectuur moeten staan en daarmee is alles gezegd. En toch is dat
niet zo. Naast deze publicatie belicht ik hier graag de waarde van Delmotte als
sociaal geëngageerd schrijver. Het begrip sociaal geëngageerd dichter is zo een
catalogering die al decennia lang in de onderste lade van de appreciatie is geraakt.
Wie zich uitgeeft voor geëngageerde schrijver schrikt meteen heel wat lezers en
jawel ook organisatoren van poëzie-evenementen af. Dat dit een jammerlijke
toestand is hoeft geen betoog. Maar terug naar Alain Delmotte en zijn Marché Noir. Sinds 1979 werkt Delmotte
met personen met een verstandelijke beperking. So what? Welnu, deze – niet op
zichzelf verliefde – dichter vindt het blijkbaar een must om met deze categorie
van medemensen een pad te zoeken om hen tot bij de poëzie te brengen. Een
opdracht die gekenmerkt door hard vallen en moeilijk opstaan, maar Alain
Delmotte is een koppige volhouder. De lat wordt dus al meteen hoog gelegd. Hij
organiseert workshops en ontwikkelde een techniek om deze mensen zelf gedichten
te laten maken. In dat opzicht is hij dus echt een pionier die nieuwe limieten
binnen bereik heeft gebracht. Deze verwerking gebeurt mondeling. Een dictafoon
wordt daarbij een nuttige bondgenoot. Het maken van de poëzie is een middel om
o.a. het taalvermogen te stimuleren. In de 16 jaar dat Alain Delmotte zijn
workshops gaf, ontstonden meer dan 3000 gedichten waarvan, volgens hem, een
honderdtal af is. In Marché Noir
krijgen we een staalkaart van zijn vorderingen. We zien dat zijn techniek
poëzie creëert bij mensen die op dat gebied door de maatschappij afgeschreven
zijn. Marc, een man met het syndroom van Down, maakt een gedicht over soorten
hemelen. Blinde Danny Meurisse is de kerel met een onuitputtelijke angst voor
het donker:
Ik
hoor
de
vogeltjes
en
zo.
Buiten.
Allemaal.
De
koekoek
roept
’s morgens:
koekoek,
koekoek,
koekoek.
Ik
kan hem
niet
zien.
Want
ik kan
Niet
zien.
Hij
is wit.
Soms
rood.
Vooral
wit.
In Marché Noir komen ook Ellen, Arnaud, Tony, Ronny, Kim, Christa en
Wim aan het woord. Maar we krijgen meer. Delmotte laat ons ook kennismaken met
zijn drie geliefde Franse dichters: Francis Ponge, James Sacré en Christophe
Tarkos. In de essayistische stukken gaat Delmotte op zoek naar de analytische
betekenis van wat poëzie voor hem betekent. Een caleidoscoop aan favoriete
auteurs passeert de revue. Delmotte uit zijn bewondering voor o.a. Jean Pierre
Siméon, Allen Ginsberg, Paul Aster en Annie Ernaux. Marché Noir is een fijn boekje. Bedankt Alain.
Marché
Noir, Alain Delmotte, Uitgeverij vzw
Wit.h, 2015, ISBN copyright Wit.h
(Frank
Decerf)