Bert Deben is niet aan zijn
proefstuk toe. Hij schrijft al bijna 30 jaar poëzie, publiceerde in tal van
tijdschriften, kaapte wat poëzieprijzen en -nominaties weg, geeft
poëzieworkshops en treedt geregeld op. Toch verschijnt nu pas, na heel lang overwegen, zijn eerste
bundel. De Antwerpse holebi-boekhandel ’t Verschil startte in 2005 met een
(gelijknamige) uitgeverij, in 2016 omgedoopt tot Uitgeverij Kartonnen Dozen,
die als eerste uitgave dit debuut van Bert Deben, Na het vrijen steek ik een gedicht op, op de literaire markt gooit.
Het merendeel van zijn gedichten is
vrij klassiek van vorm; het sonnet is nooit ver weg. De dichter maakt gretig
gebruik van het rijm, maar haakt al eens af daar waar het tot rijmdwang zou
leiden. Al bij al een keurslijf waarin hij zich blijkbaar prima thuis voelt en
waarin zijn poëzie goed gedijt.
Of Na het vrijen steek ik een gedicht op een statement is om na de
liefdesdaad voor een gezonder alternatief dan de sigaret te kiezen en in welke
mate de dichter begaan is met de gezondheid van zijn lezers, blijft een open
vraag: Na het vrijen steek ik een gedicht
op / het heeft geen kleding om het lijf / smeult na in onbeduidendheid/ en
schrijft dat ware liefde langer blijft.
Zoals de titel van de bundel laat
vermoeden is de liefde het centrale thema. Het is evenwel geen louter
romantische ode aan de liefde geworden. Toenadering en afstand, vreugde en
pijn, euforie en verdriet: al deze karakteristieken van wat ons hart sneller
doet slaan komen aan bod in deze 45 gedichten: van elk seizoen dat weer verdwijnt / rest iets dat zoet en iets dat
bitter smaakt. En elders: Zo
kwetsbaar sta ik plots weer in het leven / dat zelfs muziek het leed niet
overstemt / de stilte niet, noch een gedicht, het streven / naar een evenwicht,
zo mooi dat het beklemt. Waar het de dichter om te doen is: Misschien moet wij / de liefde weer
verzinnen. Daar is Bert Deben beslist in geslaagd.
De bundel bestaat uit drie cycli, Tijd bestaat niet en Minnaar met daar tussenin een derde
cyclus, die met 29 gedichten de kern van de bundel vormt: Broodjes liefde. De eerste cyclus, Tijd bestaat niet, voor al
wie mijn weg even deelde, opent met Tijd
bestaat niet, valt als regen, vloeit weg in een rivier, verschuilt zich in een
flesje bier, in bloed, in iemands voortbewegen. De cyclus Broodjes liefde is opgedragen aan een
overleden levenspartner: als ik je
bundel/ word je het mooiste van wat/ voorgoed voorbij is.
Wie benieuwd is naar meer kan
terecht op bertdeben.blogspot.be, waar de dichter geregeld zijn nieuwste
poëtische uitspattingen post, die
variëren van sprookjesachtig vrolijk en soms kinderlijk naïef tot ironisch,
ernstig, diepzinnig. De lezer kan er ook kennismaken met een ander aspect
van zijn kunnen: light verse, een genre dat hem evengoed afgaat.
Na het vrijen steek ik een gedicht op, Bert Deben, Uitgeverij Kartonnen Dozen, Antwerpen, 2016,
ISBN 978 94 90 95218 1
(Roger Nupie)