In
Amsterdam stelt de Stichting Spleen zich al geruime tijd ten doel het werk van
Grote Dode Dichters in levendige belangstelling te houden. Dat deed ze reeds
met delen uit het oeuvre van klassieke boven-Moerdijkse dichters als
Slauerhoff, Marsman en Dèr Mouw, maar ook met die van Europese grootheden als
Horatius, Rilke, Rimbaud en Verlaine.
Nu
is er Vertalersweelde – Vijf gedichten van de grootmeester opnieuw
vertaald rond de poëzie van Charles Baudelaire. Voor deze editie
voorzag Mereie de Jonge, die ook voor een nawoord tekende, Tristesses de la
lune, Spleen, Remords posthume, Femmes damnées en Parfum
exotique van een frisse hedendaagse vertaling. Samensteller Kees Godefrooij
benaderde met deze nieuwe omzettingen Nederlandse en Vlaamse dichters met de
vraag of zij zich hierdoor wilden laten inspireren tot een bijdrage. Zoals dat
hem ook lukte bij bovengenoemde uitgaven slaagde Godefrooij er ook nu in heel
wat interessante nieuwe poëzie voor dit project bijeen te krijgen: Ricardo
Anemaet, Bert Bevers, Paul Bezembinder, Monica Boschman, Frans August Brocatus, Will van Broekhoven,
Bert Deben, Maarten Doorman, Jan Ducheyne, Many Mariska Eggerding, Piet
Gerbrandy, Mattie Goedegebuur, Luuk den Hartog, Christian van der Heijden,
Marije Hendrikx, Tine Hertmans, Jos van Hest, Gert de Jager, Muriël Kasmin,
Dirk Kroon, O.B. Kunst, Nelleke Lamme-den Boer, Walther Ligtvoet, Anne-Marie
Maartens, Hans F. Marijnissen, Kees van
Meel, Simon Mulder, Inge Nicole, Enno Paulusma, Paul Rigolle, Paul Roelofsen, Anne Schampaert, Gerard
Scharn, Kees Snoek, Gerardo Insua Teijeiro, Wim van Til, Ties Tulp, Tom Veys,
Johan Wambacq en Anneke Wasscher leverden bijdragen die zich op een
fascinerende wijze spiegelen aan het werk van Baudelaire en tegelijkertijd een
gevarieerde staalkaart van moderne poëzie vormen.
Alain
Delmotte (die zelf met zijn gedicht Slaapkamer / naar Baudelaire ‘La
chambre double’ ook in de bloemlezing te vinden is) zorgde met Een
dandy met een kromzwaard voor een doorwrochte inleiding, iets wat de
liefhebber van hem wel gewend is. Delmotte (die stelt dat hij jaar na jaar in
zijn lezersleven van Baudelaire is blijven houden, met een in stijgende lijn
kritische bewondering) benadrukt de actualiteit van Baudelaire: ‘Want
Baudelaire is, ondanks of dankzij de moeilijk te vatten meerduidigheid van zijn
werk, duurzaam: iedereen, elk tijdvak verdient zijn Baudelaire. Bij iedere
lezer, bij elke nieuwe generatie, bij iedere dichter die hem leest, wint
Baudelaire er iets bij. Deze publicatie bewijst het. Lees maar. En herlees
nadien Baudelaire.’ Enkele treffende citaten. Van Bert Deben (uit Einde
zomer): Ik ben september, einde zomer / ik ben een tempel in verval /
nog steeds een dichter en een dromer / maar wat moet komen weet ik al. Van
Wim van Til (uit … en zie): uit de spelonken kropen slangen / met de
ziel van zonen in hun bloed. Van Paul Rigolle (uit Brief aan Baudelaire):
Wie of wat zou je zijn indien je terug kon keren? // Een rapper, een
rekkenvuller die vol gramschap / de dingen of ergens tussenin, een dichter /
die zich inzet voor het klimaat? Deze Vertalersweelde is een
waardevolle aanvulling op het fonds van Spleen.
Vertalersweelde –
Vijf gedichten van de grootmeester opnieuw vertaald, Charles
Baudelaire vertaald door Mereie de Jong en ingeleid door Alain Delmotte,
Stichting Spleen, Amsterdam, 2022, ISBN 978 90 830230 6 9
(Daam Noppe)