Het is uiteindelijk de afscheidsbundel van Esther Jansma gebleken, We moeten ‘misschien’ blijven denken. De bundel werd op 15 november 2024 gepresenteerd, Esther overleed op 23 januari 2025.
Ze wist al lang dat ze terminaal was, dat er voor haar geen ‘misschien’ meer zou zijn. Maar toch!
Deze bundel is doorspekt met mogelijkheden, onzekerheden die wellicht een houvast bieden, vragen die mogelijk beantwoord worden met een nieuwe werkelijkheid. Een reis is pas ten einde als een nieuwe reis begint.
In We moeten ‘misschien’ blijven denken komen diverse stemmen aan het woord die alle een eigen werkelijkheid vertegenwoordigen: de Romanticus, Oud, het hoofd, een lyrisch ik, een eitje. Al die stemmen vertegenwoordigen het oeuvre dat Esther Jansma met deze bundel afsluit, het lijkt een organisch geheel, een sluitstuk dat in het laatste gedicht van de bundel alleszeggend is:
Word
Overal is water en alles zingt, wolken
bewegen in de diepte van plassen
op straten die de wolken niet kennen
en de hemel heeft geen weet van de aarde
vingertoppen van bomen, die van gevoel
dat sterft in de herfst en er nu nog is
zijn klankkastjes voor al die vingers van regen
overal schuilen mensen en iemand
loopt door tijd die al bijna verdwenen is
koud watergetokkel op het gezicht
en weet: de wolken weten niet van de regen
het water weet niet van de bladeren
waaruit het muziek slaat, ritmes, taal
en de snelle zilveren aanrakingen
die leven heten en beweging
kennen de druppels op mijn gezicht niet
en straks ben ik dit allemaal
De titel van de bundel is ontleend aan de slotregel van Picknick op de wenteltrap dat in 1997 verscheen, het is niet de enige ‘herhaling’ uit haar eerdere werk. Ze heeft gedichten en strofen uit vroegere bundels opnieuw ten tonele gevoerd. Een middel dat zij eerder toepaste, maar nu benoemt ze dat expliciet in haar naschrift.
De bundel is gecomponeerd naar de klassieke tragedies: na de proloog volgen 5 ‘bedrijven’ die gevolgd worden door een epiloog. In het eerste ‘bedrijf’, Het begin, worden de begrippen geïntroduceerd die nodig zijn om straks het geheel te kunnen plaatsen. Vervolgens wordt het (nood)lot geschetst waar het lyrisch ik schommelt tussen hoop en wanhoop (Eitje en het universum), waarna in Wij en de anderen de spanning tussen alle ‘spelers’ uitmondt in die ene ontkenning: “Daarom bestaan er geen dichters”. Niet voor niets is dit de grootste afdeling. Die wordt dan gevolgd door een afdeling waarin de gedichten nog eenmaal tevoorschijn komen tot ze met de woorden van de Romanticus de kamer uitgaan: “En met jullie goedvinden ga ik nu weer gewoon een kind zijn”. Tenslotte vindt in de laatste afdeling, Vloeibaar landschap, de reiniging plaats die eindigt met het hierboven geciteerde gedicht Word.
We moeten 'misschien' blijven denken is een intrigerende bundel die volledig rechtdoet aan het dichterschap van Esther Jansma, een reis door een universum dat oneindig is, waarin tijd hersteld wordt tot een gedicht, en nog één en nog één en ...
We moeten ‘misschien’ blijven denken, Esther Jansma, Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2024, ISBN 9789044658330
(Wim van Til)