Soir
Bleu is
de titel van een schilderij dat Edward Hopper (1882-1967) maakte in 1914. Een
vroeg werk van hem dus en minder bekend dan de vele uitbeeldingen van
hotelkamers, bars, huizen en benzinestations waarmee hij later naam heeft
gemaakt. Danny Rega, medestichter, bestuurslid en redacteur van het tijdschrift
Verba heeft dat als titel gekozen
voor een bundel met 31 gedichten geïnspireerd door even zoveel schilderijen van
Hopper. De vanzelfsprekende directheid van deze realist heeft geleid tot heel
wat interpretaties, die de zwijgzame schilder wegwuifde: een vrouw in een kamer
was een vrouw in een kamer. Metafysische of literaire beschouwingen liet hij
aan anderen over. Hij en zijn vrouw noteerden in een soort logboek nauwkeurig
de inhoud en kleuren van elk werk, samen met een schets en de verkoopprijs. Nuchterheid
die aansloot bij de American way of life. Toch waagde Rega zich aan
gedichten die de sfeer en intensiteit van elk doek in woorden trachten te
vangen. Er zijn dan twee mogelijkheden: ofwel blijf je dicht bij het thema,
ofwel ga je de interpretaties al te literair opstapelen. In die val trapt Rega
niet: [...] er is altijd wel iemand die valt in een / donker portiek voor
de fictie van / vijf minuten schijnromantiek // alleen de pooier likt straks de
centen / van zijn hoer. De auteur deelt als het ware de nuchterheid van
Hopper, en heeft goed door dat hij geen baardige poseur is, een pseudo
die opschept met zijn werk, zoals blijkt uit Self-Portrait
, een werk uit de jaren 1925-1930: hij houdt zichzelf geen spiegel
voor / draagt geen kiel met spatten / hoeft geen ezel / die een blank
canvas schraagt // hij schildert uit herinnering weemoedig / een
verbaasde wenkbrauw, de deuk / in die hoed, de randen van een / hemdskraag
gefascineerd omhoog // hij drenkt zijn lippen in weinig woorden / op vragen die
zich enkel in zijn / verbeelding stellen. hun antwoord ligt / in het zonlicht
op de gevel van zijn huis. Rega bewijst dat hij de schilder bestudeerd
heeft en kunst aanvoelt; hij gebruikt die kennis niet om ons te verbluffen maar
op een manier die de lezer zonder vakjargon of overbodige ontledingen een beter
inzicht verschaft in het uitzonderlijke talent van Hopper. In The Bootleggers uit 1925: [...] drie mannen zwenken
buiten de wet, / de motor sputtert dronkenmanspraat, / ze vloeien naar de kade,
smokkelaars / en wrakhout. Ik vind dat de bundel goed is samengesteld en
opgebouwd, met enkele afbeeldingen van schilderijen, ook foto’s en uitspraken
van de kunstenaar. De vormgeving was in handen van de auteur en Verba mag trots zijn op deze ronduit
smaakvolle publicatie. Hopper vond dat, als je het met woorden kon zeggen, there
would be no reason to paint, maar juist daar hebben we dichters als
Rega voor, die Hopper geen antwoorden wil voorschrijven maar als het ware elk
schilderij herschrijft.
Soir Bleu,
Danny Rega, Uitgeverij Verba vzw, Hoegaarden, 2014, ISBN 97890821806
(Guy
van Hoof)