Veelzijdigheid troef bij Armando:
actief in de letteren (dichter, schrijver), beeldende kunsten (kunstschilder,
beeldhouwer), als acteur en programmamaker in de televisie- en
theaterwereld, journalist, violist…
Met Cherry Duyns schreef en
speelde hij gedurende vijfentwintig jaar de televisie- en theatershows Herenleed, ‘een programma van weemoed
en verlangen’: bevreemdende, absurde sketches – veelal gesitueerd in een duinlandschap
– van ‘het bescheiden heertje met bril, hoge schoenen en te krappe jasje’
(Armando) en ‘de heer met bolhoed, sik, opstaande snor, pandjesjas en
horlogeketting’ (Cherry Duyns), later aangevuld door Johnny van Doorn in
uiteenlopende rollen: van moeder tot kabouter en koning.
De complete tv-reeks inclusief
een nooit eerder uitgezonden aflevering en de volledige theatershows werden als
Herenleed compleet door de VPRO
uitgebracht in een box met 5 dvd's.
Evenzeer reden tot juichen is
deze vuistdikke uitgave ter gelegenheid van Armando’s vijfentachtigste
verjaardag (18 september 2014) die vijf voorheen verschenen bundels bevat: De haperende schepping (2003), Het wel en wee (2005), Gedoe (2006), Soms (2007), Nee (2008) Eindelijk (2009), aangevuld met de
laatste, Ter plekke, 140 nieuwe
verhalen die hier voor het eerst het daglicht ziet.
Veel van zijn literaire
productie, evenals zijn werk als beeldend kunstenaar, wordt gekenmerkt door
zijn ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van Kamp Amersfoort.
Macht en onmacht, oorlog, geweld,
gruwel, machtsverhoudingen, fascinatie voor het kwaad en de schoonheid ervan
zijn sleutelwoorden, ook in deze ultrakorte verhalen. Ouderdom en dood zijn ook
nooit veraf. Dit alles baadt in een sfeer waarin zowel vergankelijkheid en
vervreemding als (zwarte) humor en absurdisme hand in hand gaan – en dat in een
dagelijkse realiteit die voor iedereen herkenbaar is. Enkele fragmenten:
Oud: […] “Er was een man en die was ook over de honderd. Men had
hem de vraag gesteld of hij, als ie zo terugkeek, iets in zijn leven had willen
veranderen of hij het nu anders zou doen en zo ja, wat. Hij had ernstig
nagedacht en kwam toen met z’n antwoord: als hij z’n leven mocht overdoen, zou
hij z’n haar in een middenscheiding doen, geen scheiding meer opzij.”
Stokstijf: “Een jaar lang bleef hij stokstijf stilstaan en weigerde
alle voedsel. Even was hij een bezienswaardigheid, maar toen is hij van de
honger omgekomen. Hij werd door niemand betreurd.”
Levend: […] “Ze zijn levend. Ze maken de indruk dat ze leven. Ze
bewegen. Ik weet niet wat ik met ze aan moet. Het is zeker dat men over elke
persoon een boek zou kunnen schrijven. Ik ben blij dat ik geen schrijver ben.
Ik zou me geen raad weten.”
Armando hoort thuis in een
zeldzaam rijtje auteurs die je blijft lezen, vanwege: uitstekend voer voor de
mensheid. De mensheid? Ach… “Mensen weten wat er is en tegelijkertijd willen ze
weten wat er was. Heel vreemd. Mensen, wat zijn dat voor lui, wat doen ze toch,
wat voeren ze in hun schild. Volgens mij zitten ze vol streken.”
Ter plekke, de ultrakorte verhalen tot nu toe, Armando, Uitgeverij
Augustus, Amsterdam/ Antwerpen, 2014, ISBN 9789025444198
(Roger Nupie)