Het is me wat met de poëzie
tegenwoordig. Het lyrisch bezielde woorddomein waarin de prozawetten niet het
primaat hebben, blijkt voor sommige ‘dichters’ te klein. Zij gooien de hele
handel open tot er (althans visueel) uiteindelijk stukken proza ontstaan.
Nu kan een kort verhaal of een
mededelend fragment proza heel goed een kern hebben die een zuiver poëtisch
gevoel uitstraalt. Zo zou ik K.P. Kavafis zeker niet durven beschuldigen van
proza, terwijl zijn gedichten er, oppervlakkig bezien, alle schijn van hebben.
Hoe zit het met dichter Marc
Kregting (° 1965)? Die koos voor Onze
Nietzsche - Catechismen, de vorm van achttien Romeins
genummerde hoofdstukjes proza. In elk hoofdstuk wordt iets meegedeeld rond Onze Nietzsche. In een geruststellend
parlando raakt de gewone logica buiten zicht. Alsof het een Zen-oefening
betreft, is de lezer het vertrouwde ‘proza-houvast’ spoedig kwijt. Hij moet
zich gaan verlaten op het associatieve en op zijn ergernis of gevoel voor
humor.
De Nietzsche-figuur schuifelt
onnadrukkelijk door bijna alle tekstjes heen. Hij heeft behalve de associaties
bij zijn naam geen duidelijk profiel. Hij lijkt vooral een projectie van de
humoristische mens Kregting zelf. Een manier om gekkigheden aan te jagen en om
de gemonteerde frasen, oneliners en quotes een soort kader te geven.
Wat leer je van deze catechismen? Wat doet dit
onderdeel van Marc Kregtings ‘decennia omvattende poëzieproject’ met je?
Nou, het was voor mij geen überdiepe ervaring. Het geheel
heeft te veel weg van een procedé.
‘XVIII – Zonde toch dat onze Nietzsche aan de rand van een vleselijke
instorting staat. Heb je contact nu met de Chinezen? Alom heerst er behoefte
aan durfkapitaal, dus spreek loslippig klaan uit klukhaar versuikeren: ja Annie
weet hoe het moet.’
“Uit zijn vroegere poëzie heeft
Marc Kregting de meligheid behouden,” aldus
de flaptekst. Een zinnetje om bij stil te staan. Is ‘meligheid’ het sowieso
waard om behouden te blijven? Is het bruikbaar als stijlmiddel?
‘Heb je chronisch last van goede wil? Pas driemaal daags je bedoelingen
toe, eet ongezond en doe al het mogelijke om moordjes te plegen. Mocht genezing
uitblijven, betreed dan de kerk die foeterlistiek heet – geen grap om eeuwige
derden, tegen de muur ermee. Vind je niet dat je er echt op vooruitgegaan bent,
dat je minder hoest nu je dood bent?’
Op sommige plekken tintelen de meligheden wel een glimlachje
los. Maar de meel van molenaar Kregting blijft maar stuiven en stuiven door je
bovenkamer. Door de mechanische overdaad wordt er geen ironisch poëtisch gebied
blootgelegd.
‘XIII – Onze Nietzsche wil gewoon een beetje fijn praten. Dus als je
hier nog even een paar werst doorloopt, is er een afslag met een kabouter. (…)
‘Just go have a talk with God’, zegt Stevie. Het is niet steeds duidelijk of
hij beschikbaar is of dat hij momenteel nog even in vergadering zit. Zijn zoon
dan maar?’
Bij deze vrolijke catechese van
het modern melige levensgevoel hoort een cd met meerstemmige voordracht van
‘Onze Nietzsche’.
Onze Nietzsche - Catechismen,
Marc Kregting, Uitgeverij het balanseer, Aalst, 2014, ISBN 9789079202270
(Erick Kila)