Rake observaties, kijkend
doorheen een piepklein gluurdersgaatje en op die manier enkel de essentie zien,
zo ervaar ik deze bundel. Jan van meenen (die eerder bij dezelfde uitgever bundels
publiceerde als Weerwerk en Aarzelend gedicht) heeft overduidelijk
hard gewerkt aan deze nieuwe bundel, en als een volleerd vakman laat hij uiterst
gave poëzie achter. Zijn taal speelt met spitsvondigheden en zijn verrijkende
tegenstellingen verheffen de welwillende lezer. Er zijn veel contrapunten die
de schoonheid versterken. Sereniteit is wat hem bezighoudt. Zijn werk trekt de imaginaire grenzen over en strijkt
neer waar de muze hem brengt, waar zon en warmte de polders omarmen en zuiderse
taferelen een zekere gloed aan deze bundel geven. De dichter gaat op reis,
vanachter zijn schrijftafel wordt hij de te volgen gids. Van meenen heeft
weinig nodig om raak uit te halen, hij wacht het gepaste moment af en slaat dan
toe, scherp en pijnlijk doeltreffend; dat
is de enige manier om te winnen. Een afgemeten vocabularium geeft
daarbij zuurstof om de tocht tot een goed einde te brengen; woorden zijn op de
juiste plaats neergezet, er zijn verrassende metaforen die vooral nieuwe
structuren openen en nieuwe invalshoeken die deze literatuur apart maken. De
versregels in Lichtgezichten zijn
uitgepuurd en visueel beladen. Door zoveel stilte na te jagen, komt juist de
echte schoonheid van geluid naar boven, geluid als muziek en niet als
stoorzender. De dichter spreekt en schrijft, dus luister en lees, zo ervaar ik
deze gedichten.
De natuurelementen lijken
belangrijk in dit werk. Zelfs in wat voor liefdespoëzie kan doorgaan, komen
dieren hun inbreng doen. Van meenen creëert een geheel eigen taal, een absoluut
origneel woordenpalet waarop best een
patent wordt genomen. Hij is karig met zijn interpunctie. Hij wil niet dat zijn
leestekens schoonheidsvlekjes worden. Zo schept deze dichter een nieuw
levensgebied en in dit nieuw gecreëerd rijk dicteert de schrijver het elegante
evenwicht. De rust is de beloning die de lezer diep in zijn hart treft en hem
daardoor de nodige soelaas brengt. De nodige recuperatie in een wereld die door
agressie, eigenwaan en fanatisme langzaam dichtslibt. Origineler kan het niet.
Het gedicht Dwingend: een diamant,
een gedurfde en goed uitgevoerde oefening. Lees het, een neem de rest van de
bundel ook mee. Lichtgezichten is
een optimistische bundel van een dichter die het leven aanvaardt en liefkoost.
Bij hem is zwart geen favoriete kleur. Tussen de witregels springen frivole knipogen op die er glinsteren als
gepaste kerstversiering. Ter illustratie:
Vladslo
Deutsches Friedhof
Stil heet hier teder.
Dat hier de hel ooit
was,geen ziel die het gelooft dat zij hier
liggen in dit liefkozend licht.
Aandoenlijker de stenen,
verslagen achterover in het gras.
Dat hier de hel ooit was.
Of ze het koud heeft de moeder,
de vader als een doffer kropt.
Stil heet hier zacht,
wind
lijfelijk doorlomend .Dat zij hier liggen dromend nu
en niets verstoort,
zo overweldigend zacht
het speldenkussen nacht
of je ze fluisteren hoort.
(Frank Decerf)