Afscheidnemend stadsdichter Geert Vanhassel uit het Vlaams-Brabantse
Halle publiceerde dit voorjaar zijn eerste dichtbundel: Wie geen schaduw
blijft, uitgegeven door de Tollembeekse uitgeverij De Draak.
Wie geen schaduw blijft is een mooie, luxueus uitgegeven bundel, die makkelijk in de hand ligt
en aangenaam leest. De foto’s van de schilderijen van Wim Adriaenssens zijn werkelijk
adembenemend. Het oranjerood-groen en bruingrijze kleurenpalet van de schilderijen
en de de afgebeelde personages stralen een bruisende energie uit. De
levenskracht spat van de pagina’s, in synergie met Geert Vanhassels’ felle
poëzie.
De auteur bundelt 34 gedichten, samengebracht in 6 reeksen: Verlangens, Armoede, Liefde, Leven,
Afscheid/Dood en Stadsgedichten. Geert Vanhassel lijkt een meester in de occasionele
poëzie: meer dan de helft van de gedichten kan worden ondergebracht in de
categorie gelegenheidsgedichten. Het is trouwens ook de taak van stadsdichters
om vlug en gehaaid een gedicht te schrijven over belangrijke gebeurtenissen in
stad en omgeving. Geen sinecure: vooral de korte tijdspanne waarin moet worden
gewerkt, is een struikelblok.
Ter gelegenheid de Werelddag Dementie 2012 schreef Geert: Ben bang
voor de dag / dat ik me niet meer ‘herinneren’ zal. / Het leven slechts één
scène is. / Die van het moment.… Wil jij die dag dan zoenen? / Zacht en zoals
altijd in de hals. / Want dan zal ik weten, / ook al ben ik het vergeten, / dat
ik je zo graag heb bemind. De preventiecampagne borstkanker in de stad
Halle 2009 inspireerde de dichter tot volgende onverwacht grappig-erotische
opsomming, een eerbetoon aan vrouwelijke rondingen: Visitekaartjes, dat zijn
ze / Etalage van wie ze is / Eerst bron van troost en veiligheid / Later
magneet voor testosteron / Een volmaakte malse zachtheid / Subtiel afgerond
optimisme / Jokers voor eigen groot gelijk / Geleiders van aandacht en stroom.
In het gedicht Bocht in het Hoogland, dat hij schreef voor de Onthaaldag
nieuwe inwoners in 2013, zegt hij: Er reizen veel vragen met me mee /op de
trein met terminus Zennestad. / Ik neem plaats tussen koffers met / een
overgewicht aan herinneringen / … Zal altijd afkomstig zijn, / maar waag het
graag om hier te zijn. / Want wie geen schaduw blijft / zal hier ook niet
verdwalen. / Voor wie deze stad geen vlucht is, / zit Halle als gegoten. /
‘Eenderien es er content’, zong den Dries / Daar in het diepe zuiden van het
Nederlands.
Wie geen schaduw blijft bevat natuurlijk ook niet-occasionele gedichten. Dieter en Hij
zijn liefdesgedichten. In Flamingo, Immer stel ik me te weer, Soevereiniteit, Zwart Wit zijn
de thema’s afwisselend het verlies van onschuld en illusies, de worsteling met
het bestaan en het besef van het ouder worden.
Tot slot nog dit: Geert Vanhassel
is uiterst zuinig met woorden. Hij schrijft geen lyrische of vloeiende poëzie.
Integendeel, Wie geen schaduw
blijft kenmerkt zich
door korte, heftige verzen, met een onstuimig ritme en de kracht van een
statement.
Wie geen schaduw blijft, Geert Vanhassel,
Uitgeverij De Draak, Tollembeek, 2014, ISBN 978949073815
(Nicole Van Overstraeten)