In 2010 werd Martin Carrette stadsdichter van Deinze. In
2006 mochten we al kennismaken met zijn debuutbundel Boswording waarin de dichter vooral binnen de perken van de
klassieke poëtica blijft. Nadien kreeg hij de smaak te pakken en verschenen,
gelukkig voor ons, Echo’s van Raveel
e.a. en De Kleinmansuite.
In de periode 2010-2013 kwam weer
een lading gedichten uit het creatief talent van Carrette en dit leidde tot de
bundel die hier voor mij ligt en uitnodigend in elkaar is gestoken. De auteur
werpt zijn beschermende cape over Deinze en zijn deelgemeenten. Het is nu
eenmaal afgesproken dat een stadsdichter zijn huiswerk zal maken en dat hij
zijn broodheer zal dienen. Het stadsdichterschap is daarom altijd al een zeer
moeilijke evenwichtsoefening. Sommigen bedanken. Ik hoop dat Martin Carrette
genoeg los touw kreeg om verder dan de kleine kringetjes te geraken. Startschot
in de bundel is een citaat van JP Sartre : “Ce n’est pas dans je ne sais quelle
retraite que nous nous découvrirons, c’ est sur la route, dans la ville, au
milieu de la foule, chose parmi les choses, homme parmi les hommes.”
Als inleiding vinden we het strak
gedicht: Een stad is een lief. Daarna komen de cycli: Alles viel samen; waarin
een parade personages aan ons oog voorbijtrekt, plus ervaringen van
jaargetijden en hier en daar wat nostalgische terugblikken. In Museumstukken bestond de oefening erin om via de vaste collectie van het Museum
van Deinze en de Leiestreek schilderijen op papier te zetten. Hier niet louter
beschrijvingen, dat zou niet in de aard liggen van wat deze dichter beoogt. Het
resultaat zijn gedichten die geen schilderijen nodig hebben om te kunnen
voortleven. Ze zijn via het oliedoek grootgebracht, dat wel, maar ze kunnen nu
een eigen leven gaan leiden. En dat is een hele opgave. Niet elke dichter komt
los van het louter in woorden omgezette picturale. De cyclus Stadsgez/dichten is sterk door de samenwerking met fotograaf Ive Steyaert.
In de bundel lezen we: De reeks Stadsgez/dichten
werd geschreven (…) met de bedoeling een ring rond de stad aan te leggen. Ze
werden gepubliceerd als postkaarten, met foto’s van fotograaf Ive Steyaert, en
gratis verspreid. Ook hier weer is de symbiose tussen de twee kunstvormen een
elegante cocktail van eigenheid, afwerking en schoonheid. Martin Carrette laat
de foto’s zijn muze op gang trekken, maar gaat daarna als een eenzame Flandrien
zijn eigen weg. De relatie fotograaf-dichter is hier een verstandshuwelijk
zonder de nare gevolgen van te dicht bij elkaar te willen blijven. Deze auteur
gebruikt de verschillende literaire technieken. Hij kent ze. Hij blijft
meester. Hij is doeltreffend met onder meer binnenrijm en hanteert zijn
alliteraties afgemeten en passend. Met
Alles viel samen heeft Martin Carrette misschien dan wel zijn broodheren
gediend, maar ook wij kunnen in deze gedichten ontdekkingen doen en dat is toch
een van de redenen om met gedichten bezig te blijven. Of niet soms? Bedankt
Martin.
Alles viel samen, Martin Carrette, Berghmans
Uitgevers, Antwerpen 2013, ISBN 9789070959968
(Frank Decerf)