De journalist Erick Kila is
vooral bekend als auteur van jeugdboeken, waar het geheimzinnige en surreële
steeds een drijvende rol in speelt. Als dichter debuteert hij in 1984 met de
bundel Analyse van een landschap. die
wordt gevolgd door nog drie anderen: Het
grijs (1988), Wat zich laat zien
(1992), gedichten met tekeningen van Jaap van den Ende, en Uitzicht met kamer (1995). Het zijn telkens bundels met een beperkt
aantal gedichten. Een veeldichter kan Kila dan ook niet genoemd worden. Dat is in Waarschijn niet anders.
De bundel bevat 6 gedichten, in
het totaal 157 versregels, aangevuld met een korte theatertekst: De lezing. Erick Kila is uiterst zuinig met woorden.
Leestekens zijn aan zijn poëzie nauwelijks besteed. Een en ander resulteert dan
ook in afgemeten, ritmische versregels, waarbij elk woord op zich staat, naar
zichzelf verwijst, maar tezelfdertijd zijn zeggingskracht ontleent aan het
woord ervoor en erna en pas in de totaliteit van het gedicht zijn gelaagde
betekenis verwerft. Zo bijvoorbeeld in het wat langere gedicht Namiddag in Efese: 2 Bewegend / hitte / vergeten te zijn / deze
wegen mogen je / niet toelaten / je lawaai is ongepast / 3 ze besluiten / lang
te blijven in de marmeren / straten / ze zien namen / Mithridates / Theodosius
/ ze hebben aan namen / genoeg / ze besluiten / dat de zon een wiel is /
krasbaar in steen / dat ze na het lezen / zullen tuimelen in / een gedachte.
Kila observeert afstandelijk en
koel, emoties worden gebannen. Hij kijkt toe en rapporteert als het ware op een
schijnbaar objectieve wijze: de dichter-journalist. Zijn stijl is afgemeten,
zakelijk en nuchter, waarbij hij het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden
zoveel mogelijk vermijdt. In die zin is hij debet aan F. Bordewijk. Met zijn
korte, kernachtige en soms elliptische verzen schrijft Kila zich dan ook in in
de traditie van de Nieuwe Zakelijkheid uit de dertiger jaren. Je denkt / ik ben maar iemand die /
voorbijgaat / ik wacht wel / uit de nacht zal zich / een horizon losmaken /
heel voorzichtig / alsof geen mens / te bekennen is.
In deze bundel staat niets vast.
Waarheid en schijn zijn voor de dichter slechts toestandsvormen van de
werkelijkheid zoals we die ervaren: schijn en wezen, waarschijn. Van bij de eerste versregel voert hij de lezer
ongemerkt binnen in zijn magisch-realistisch universum. Dat spanningsveld wordt
opgevoerd naar het einde van de bundel toe: Schaduwinkt
1 / achteraan / bij het uiterste / gaan de stappen van / het donker / het komt
iedereen toe /tot in het klein / tot in het ver / zo ver. Het culmineert
tenslotte in de theaterdialoog waarmee de bundel besluit: een lezing van de
dode (zelfmoord) Franse dadaïst Jacques Rigaut: een theatertekst als gedicht.
Kila doet het met een ongewone trefzekerheid.
Waarschijn is een ongewoon beklemmend ontwrichtend stuk poëzie dat
de werkelijkheid ontredderd achterlaat.
Waarschijn, Erick Kila, Uitgeverij
Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2012, ISBN/EAN 978-90-76644-61-5,
www.kleinood-en-grootzeer.com
(Richard Foqué)