Het is belangrijk dat een dichter
kan rekenen op zijn uitgever; de inspanningen en het goede karma moeten van
twee kanten komen. Enkel als een schrijver geruggensteund is of dit althans zo
aanvoelt, kan de creativiteit er alleen maar wel bij varen. Met deze uitgave
bewijst Berghmans Uitgevers achter Eric Vandewyngaerden te staan. Het
resultaat: een tweede dichtbundel, zeer mooi uitgegeven. Het oog wil ook wat…
In de eerste cyclus zo’n stad zoekt de dichter zijn
plaats; legt vast maar blijft uiteindelijk verweesd achter. De cyclus later bezorgt ons een ontmenselijkte
sfeer waar verwarring de communicatie stoort. De dichter brengt zijn gedichten
in de vorm van gesprekken. De vijf
gedichten uit de cyclus afscheid bekoorden
mij zeer; ik vind ze van een hoger niveau. In wellicht stiller speelt het isolement door het ouder en ziek worden
een cruciale rol. Het naderende afscheid en het onzekere handelen zorgen voor
geladen versregels; intens humaan. De dichter beschrijft de broze zoekende mens
wiens lot hem overheerst. De aftakeling wordt verfijnd in beeld gebracht; de
trage pijn van de naderende finale. Zo worden deze verzen universeel en
belangrijk.
Uitzicht
Nog loop ik de deur
door, de trap op,
de gang in. De kamer
heeft nood aanverluchting. Het uitzicht niet helder.
De vlam weer wat lager. We halen het
licht op, de lucht in.
Nog wacht in een rij op de tafel:
een dagtaak van tellen en slikken,
want oud is het leven en pijn vordert
traag. Gesprekken (al altijd)
zijn helend; voorzichtig –
Nog zoveel te zeggen, zoveel te herhalen,
Uitleggen, bespreken.
Een wijl het denken nog helder,
dus snel nu: de tijd raakt op.
Eric Vandenwyngaerden houdt ervan
om tekstgedeelten tussen haakjes te zetten. Nogal wat gedichten dragen deze
stijlfiguur. De reden voor deze manier van werken gaat feitelijk aan mij
voorbij. Het lijken soms wel bijgedachten die hun plaats zoeken. Het dwingende
eindrijm is mijns inziens niet overal even geslaagd. Deze dichter laat zijn
gedichten vragen stellen. Het is aan de lezer om deze te beantwoorden. Het
terrein in Dit verblijf is niet
afgebakend en de ruimte houdt het gevaar in van verdwaling. De auteur houdt
zijn taal simpel en lucide, maar zijn gedachten waaieren uit. Zijn verzen
vliegen als vlinders; mooi, boeiend maar soms moeilijk om te volgen.
Karel Wasch schreef over de
poëzie van Eric Vandenwyngaerdens: “Deze dichter laat ons meegenieten van het
samengaan van gevoel en verstand. Een dichter zonder bombast, zonder
effectbejag, maar met een heldere overtuigende toon, die ons terugwerpt op onszelf.”
Het spreekt voor zich dat het aan
de lezer is om zelf de rekening te maken en eigenlijk naar niemand te
luisteren. Ik vraag wel de moeite te doen om in Dit verblijf op verkenning te gaan. Deze bundel zal zeker vermoeide
reizigers vinden die weer op krachten moeten komen om straks weer verder te
trekken op zoek naar anders. Eric Vandenwyngaerden mag voor zijn arbeid zeer
bedankt worden.
Dit verblijf,
Eric Vandenwyngaerden, Berghmans Uitgevers, Antwerpen, 2012, ISBN 9789070959913
(Frank Decerf)