Een veelschrijver kun je de
dichter Herman Fierens (° 1941, Lokeren) niet noemen. Zijn debuut Brumaire verscheen (bij uitgeverij
Desclée De Brouwer) in 1969. Dat is….43 jaar geleden! Pas tien jaar geleden
volgde de opvolger daarvan, De weg door
het binnenland. Maar ziet: de intervallen worden kleiner want vijf jaar
geleden verscheen Zwemmers in het
tegenlicht, en dan is er nu Met
enkelband.
Deze nieuwe bundel omvat 63,
veelal vrije, verzen. Die zijn, op het introducerende tweeluikje Passage na, ondergebracht in drie grote
reeksen: Met enkelband, Afrekening en De schaduw van de orchidee. Het werk van Herman Fierens komt
tamelijk autobiografisch over (het zegt iets dat de eerste persoon enkelvoud
niet minder dan 90 keer gebruikt wordt, en dat ook mij regelmatig opduikt), maar wordt mijns inziens nergens te
particulier. De strijd met de taal (lees bijvoorbeeld Tien woorden op geruit papier dat ik / me goed herinner, zonder de
woorden, / een gedicht op zoek naar inkt, of Schrijven is belangrijker dan wat / geschreven staat, want wie dat leest
/ zoekt in de tekens waarin de inkt op / het papier is uitgelopen een weg om /
ervan weg te komen), met het leven tout court vormt een rode draad door Met enkelband. Of neen, Fierens gaat
misschien eerder dan met het leven de confrontatie met de vergankelijkheid, met
de dood aan. Hij schrijft stevige gedichten, die hier en daar wat dwarsig zijn,
maar staan als een huis. Ik citeer er een:
Voorspelling
Het helpt niet dat wij wachten
op wie achterbleven
het wordt al donker
en het zal gaan sneeuwen
waar die schouw rookt
in de richting van de zeezullen wij slapen
om zonder van elkaar te weten,
tot het licht werd,dicht bij elkaar te zijn
en buiten het bereik van elkaars armen,
later, beginnen te vergetendat wat niet kon, nog had gekund.
Ik heb Met enkelband met genoegen gelezen. Herman Fierens is een dichter
die op zijn gemakje zijn eigen pad bewandelt, en zich niets aantrekt van
moderniteiten zoals die her en der maar al te makkelijk opduiken. Laat hem zijn
gang maar gaan. Als zijn recente ritme aanhoudt mogen we over vijf jaar weer
een nieuwe verzameling van zijn gedichten tegemoet zien.
Een ernstige kanttekening wil ik
wel maken bij de aantekeningen die Fierens aan de bundel toevoegt. Dat hij
aangeeft dat hij citaten van Richard Minne, Karel van de Woestijne en Emile
Verhaeren samplet is netjes, en dat
hij verklaart dat Danielle Laval een Franse pianiste is en dat Hilde R. staat
voor de echte naam van de betreurde zangeres en tv-presentatrice Yasmine is
even zo correct, maar als hij er in meent te moeten verklaren wat het paard van
Troje was, wie Simson/Samson was en dat Ispahaan verwijst naar het gedicht De tuinman en de dood van P.N. van Eyck
voel ik me als onderlegde lezer toch lichtelijk beledigd.
Met enkelband, Herman Fierens, Uitgeverij C. de Vries-Brouwers,
Antwerpen-Rotterdam, 2012 , ISBN 9 789059272897
(Bert Bevers)