Antwerpenaar Max Elskamp (1862-1931) behoort tot de generatie Franstalige Vlaamse auteurs zoals Emile Verhaeren en Maurice Maeterlinck, die onder de noemer van het Symbolisme werden gerangschikt. Hij was zestig jaar oud als hij La chanson de la rue Saint-Paul schreef, dat in beperkte oplage verscheen in 1922. Achteraf bleek dit zijn meest populaire dichtwerk. Men beschouwt het als een ode aan de stad Antwerpen waar Elskamp zijn hele leven heeft gewoond, met als uitzondering een verblijf in Noord-Brabant, op de vlucht voor de Duitsers in 1914, en een bootreis langs de Middellandse Zee om te bekomen van een breuk in zijn liefdesrelatie met Marie de Mattis.
‘Hier in je Sint-Paulusstraat/ Deze waarin je bent geboren/ Op een mei morgen/ Bij hoge tij’. Met deze aanhef begint zijn poëtische zwerftocht die 105 kwatrijnen zal tellen als zovele muziekjes. Het is een sfeervol leesgebeuren, bevolkt door reuzen, matrozen en meisjes van plezier, begeleid door accordeons en violen. Het vertelt over handelswaar uit de hele wereld, de tabak, de wijn, de sterke drank. De zwerftocht doet een beetje denken aan de mythische Ulysses, maar dan ééntje uit Antwerpen. De tijd is er beurtelings aanwezig en afwezig. Tijdens de ‘trage uren’ wordt de tijd er ruimtelijk. Maar op de klokkentoren waar de tijd niet stilstaat ‘weerklinken kortaf de uren’. Er wordt voortdurend verwezen naar de wereld van de zee. In het bijzonder als ‘de blinkende maan’ opkomt aan de hemel en de dag verdwijnt ‘als een schip dat zinkt’.
De vertaling is van de hand van de Antwerpse auteur, kunstenares en vertaalster Lucienne Stassaert. Zijzelf beschouwt die als een waagstuk. Als zij zich bepaalde vrijheden toestaat met rijm en metrum is dit om de brontekst maximaal te respecteren. Wat resulteert in een geslaagd compromis dat inhoud en sfeer op een rake manier weet over te brengen. Dit geldt ook voor de overige gedichten die hier werden opgenomen. Pakkend vond ik de In Memoriam-gedichten, opgedragen aan Elskamps overleden vader en moeder en ook zijn zus Marie die uit het leven stapte. Ik werd eveneens ontroerd door Droeve genietingen die een existentiële in vraagstelling bevatten, in het bijzonder zijn zoektocht naar ‘de richtlijnen van (zijn) geloof’, die hij beschrijft als een ‘kompasnaald’. Bij dit alles valt, zoals de Nederlandse dichter Wim Zaal† opmerkte, de ‘drang naar zuiverheid’ op. Iets wat Elskamp er zelfs toe dreef om zijn vroegere jeugdwerk te verbranden.
Men heeft tot in 1967 moeten wachten voor een ware postume erkenning, toen uitgever Pierre Seghers, zelf een Vlaming, zijn Oeuvres Complètes liet verschijnen. Naast zijn dichtwerk, promootte Elskamp ook de moderne kunst. Dit samen met zijn jeugdvriend Henri Van de Velde, met wie hij het Antwerpse Museum van Folklore oprichtte en waar hij het resultaat onderbracht van zijn zoekwerk doorheen Vlaanderen naar objecten van de volkskunst. Deze collectie is nu in het MAS te vinden. Deze informatie en nog veel meer vindt men in deze heel verzorgde uitgave die, dank zij de vertaling – met liefde gebracht – van Lucienne Stassaert, aan deze Antwerpse dichter, de eer betoont die hem toekomt.
Het lied van de Sint-Paulusstraat en andere gedichten (La chanson de la rue Saint-Paul et autres poèmes) Max Elskamp, uit het Frans vertaald door Lucienne Stassaert, met een voorwoord van Wim Zaal, Uitgeverij P, Leuven, 2023, ISBN 078-94-93138-75-9
(Francis Cromphout)