In volle voorbereiding van de publicatie van
zijn bundel Verhalen van de zandloper is
Guy Commerman onverwacht overleden. Een paar dagen ervoor had hij nog met zijn
uitgever Gerrit Westerveld de drukproeven besproken.
In die omstandigheden is het verleidelijk om
deze bundel te gaan interpreteren van daaruit. Maar toch, naarmate je lezing
van de gedichten vordert kan je je niet van de indruk ontdoen dat de dichter
zich bewust is van zijn eindigheid, die wellicht snel zou kunnen komen. Reeds
de titel verwijst naar dat oude klassieke symbool van de zandloper: de tijd die
korrel per korrel afloopt.
Meer dan zijn vroeger werk vertoont deze bundel
een sterke structuur en een coherente thematische eenheid: dertien korte cycli
van telkens vier gedichten, omsloten door een openingsgedicht, Voorbij de nacht, en een slotgedicht Zandloper.
De titels van de cycli bevestigen het beeld van
een dichter, die reflecteert over het voorbije leven, zoals in de cyclus Zingeving: Elke geboorte herbergt een eindig begin, / het aarzelt, sleept zich
lijzig voort, / weet niet waarheen, geeft zich niet bloot. Maar
tezelfdertijd bevraagt hij zich ook over het daarna, zoals bijvoorbeeld in de
cyclus Zoektocht: In het oosten wachten zon en eeuwige dood,
hij mijdt / het verloren woord, volgt het platgetreden pad, begraaft / onderweg
verraad en meineed, drinkt water en stilte. Het zijn willekeurig geplukte
verzen uit een bundel, waarin elke cyclus verwijst naar dat grote mysterie van
het hier zijn en dan verdwijnen.
Het openingsgedicht, dat Commerman opdraagt aan
zijn in 2003 overleden vriend en dichter Mark Braet, keert in het licht van
zijn eigen plotse dood als een boemerang terug naar hemzelf: Zijn lach, een zachtheid, / zijn beweging,
zeilen naar de tijd / van wachten en vertwijfeling. eindigend met de verzen
Hij is nooit echt weggegaan, / hij leeft
verder dan de woordgrens, / hij blijft geheim en wordt zwerfsteen. Veel
beter kan de dichter niet beschrijven hoe wij lezers hem zullen herinneren.
Guy Commerman, de onvolprezen medestichter en
hoofdredacteur van het literaire tijdschrift Gierik & Nieuw Vlaams
Tijdschrift, die zoveel jonge talenten een kans heeft gegeven om erin
te publiceren, was zelf een meester van het woordspel. In een eerdere bespreking
van zijn werk verwees ik er al naar, hoe hij in zijn gedichten dat moeilijke
pad bewandelt tussen een scherpe, soms zelfs wat cynisch aandoende, analytische
observatie en een begrijpende, berustende, naar het weemoedige toe, overgave
aan een niet te vermijden realiteit. Deze bundel is daar een meesterlijk
voorbeeld van. De dichter laat alle maskers vallen en je ontdekt een zeer
gevoelige man, die wars van alle vooroordelen de waarden van de verlichting en
de humanitas hoog in het vaandel voerde. Getuige het gedicht Adieu uit de cyclus Afscheid: Maar een vriend die zonder uit te nodigen / verdwijnt, geen laatste,
klare verbijstering. // Gisteren wuifde hij nog vaarwel, zijn gebaar / zocht
heil bij de kracht van onsterfelijke / acacia’s, adieu, hij die god minachtte.
Deze postume bundel is een pakkend en indringend
poëtisch testament van een groot dichter. De uitgave ervan is een passend
eerbetoon aan zijn dichterschap.
Verhalen van de zandloper, Guy
Commerman, Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2019, ISBN 978-90-76644-93-6
(Richard Foqué)