Opabinia


Enige tijd geleden zag ik schokkerige (in 1956 in Mexico geschoten) beelden van de Campephilus principalis, de grote ivoorsnavelspecht, en die ontroerden me werkelijk: https://www.youtube.com/watch?v=Cnb9v4aCCT4. Het betreft namelijk beelden van het allerlaatste exemplaar van deze vogel. Wat een tristesse: geen soortgenoot meer te vinden. Gans alleen op de wereld. Je ziét hem de geschiedenis in vliegen.
Frederik Lucien De Laere (van wie ik eerder de bundels Paniek in het circus, De martelgang, Secuur en In uiterste staat met genoegen las) is ook gefascineerd door verdwenen dieren. In Opabinia doet hij daarvan uitvoerig verslag. Al over het citaat waarmee zijn nieuwe bundel begint kun je een poosje zitten mijmeren. Steward Brand geeft ons ter overweging: ‘Extinction is a different kind of death. It’s bigger.’
Het boek bevat 38 beschrijvende verzen. In 34 daarvan roept De Laere beelden op van verdwenen soorten. En, toeval bestaat niet: de Campephilus principalis, de grote ivoorsnavelspecht is er één van: Men heeft brutaal op u gejaagd, / wordt nu geplaagd door uw onzichtbaarheid / en het eeuwig verlangen u levend en wel te zien. De dichter spreekt behalve de ivoorsnavelspecht ook de grondluiaard, de reuzenalk en de trekduif met U aan, al de rest met het naar mijn smaak nog eerbiediger Gij.
Alle gedichten dragen als titel de wetenschappelijke, dus Latijnse naam van het onderwerp. In het huidige tijdsgewricht zou je van een beetje lezer mogen verwachten dat die als een benaming hem of haar onbekend is de moeite neemt daar telkens even naar te googelen. In het geval van Opabinia hoeft dat niet eens: de auteur heeft achterin een keurige Verklaring Latijnse benamingen op laten nemen.
In 2 van de 38 gedichten roept De Laere beelden op van verdwijnende – niet: verdwénen –  soorten, vermits voor zover ik dat in kan schatten de Strigops habroptila (de kakapo) en de Panthera pardus orientalis (de Amoerpanter) er tot nader order, zij het niet in groten getale, nog steeds zijn. Waarom hij in dit kader de Corvus corax (Gij spreekt de taal van uw vijanden / en ondergraaft hun gebouwen. / Gij laaft u aan het aas van de beschaving) opvoert is me onduidelijk vermits de raaf gewoon nog gedijt. Van de soort die zeker nog bestaat maakt ook u deel uit: de Homo sapiens sapiens (Er is geen land met u te bezeilen, / gij rooft zielen en vernietigt / de schoonheid. // Gij zult bakzeil halen. / Uw robotten zullen uit elkaar vallen. / Uw stranden zullen worden bevolkt door miljoenen kwallen. / Het is uw eigen schuld, dikke bult). We moeten onze soort verwijten dat zij de verantwoordelijkheid draagt voor het verdwijnen van bijvoorbeeld dodo, Chinese vlagdolfijn en westelijke zwarte neushoorn. Maar de teloorgang van de Archaeopteryx, de Carcharodon megalodon en de Dreadnoughtus schrani kunnen we haar moeilijk aanwrijven vermits die al uitgestorven waren toen Homo sapiens sapiens de aardbol betrad.
Ik vind Opabinia een intrigerende bundel, en houd hem met plezier een tijdje op mijn nachtkastje.

Opabinia, Frederik Lucien De Laere, Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen, 2019, ISBN 978 9460017315

(Bert Bevers)