Dit is de debuutbundel van
Leen Pil. Zij publiceerde eerder al gedichten in diverse literaire
tijdschriften in Vlaanderen, Nederland en Duitsland. Ze vertaalt ook gedichten naar
het Duits. Ze won meerdere prijzen en werd meermaals genomineerd.
De titel is voor mij nu niet
meteen een uitnodiging. Hij past mijns inziens meer bij een filosofisch essay.
Maar dat is mijn idee.
Orewoet is een verwijzing naar
de 13e eeuwse dichteres en mystica Hadewijch. Het is een vreemd woord dat
zoiets betekent als: gloed, hitte, vurigheid, drift, passie, extase. Op bladzijde
34 in het gedicht Drie duikt orewoet op:
…
De eerste moeder die ik
aankijk, is een vrouw.
Het woonhuis is een vrouw.
Niet alles is orewoet
en waarheid. Ik dacht dat mijn
moeder...
De bundel wordt bevolkt, of
moet ik zeggen ‘bevrouwd’ door vrouwen. Zij zoeken de zwakke plekken in het
pantser. Ze dringen olie op, ze binden snoepgoed in een doek, steken het in de
mond. Zij wrijven het gezicht schoon met linnen, draaien het in een hemd,
draaien het om. Maar in vrouwenhanden breekt er niets. Zoals de dichteres in
het openingsgedicht Wij zullen milder en
wilder zijn dan hier zegt en schrijft.
De bundel is samengesteld uit
een aantal cycli: Nice matin, De kunst van het vergrijp, Korte dagen, Rituelen, Verder, In een keer oversteken en C’est l'heure du face à face. Titels
die andere verwachtingen scheppen (en inlossen) dan de titel. Leen Pil
observeert en neemt deel. Ze neemt tegelijkertijd afstand en is heel
nadrukkelijk aanwezig. Vrouwelijk enkelvoud en vrouwelijk meervoud wisselen
elkaar af. Ze schept een omarmend universum. Ze deelt haar dromen
rechtopstaand. Ze lacht om wie in alle ernst naar waarheid zoekt.
Ze laat de honden toe in haar
werk. Zij valt ze lastig. Ze zet de wereld naar haar hand.
Alomtegenwoordig zijn de
kinderen, dochters, jongens. De mannen staan aan de rand. Soms lijkt het of ze
slechts toeschouwers zijn, kijkers naar een wereld die gebouwd en beheerst
wordt door vrouwen.
En dan is er ineens op bladzijde
36 het gedicht Liefdesverdriet, nauwelijks legaal:
Tiens, ils ont repeint. Je simpele tekeningen op de schooltafels,
je grappen in het toilet, je gekraste liefde op het
middaguurtje
en op een meter weg van mij keek jij. Zo mooi als jij
me zag, ben ik als vrouw nooit meer geweest.
Prachtig gezegd! Aangrijpend
en alles op zijn plaats. Ontnuchterend was wel toen ik in de verantwoording las
dat dit gedicht gelezen kon worden als een brief aan Banksy. Dat heb ik dus
niet gedaan en ik voel er me ook niet door bezwaard.
Deze debuutbundel van Leen Pil
is sterk. Haar beelden scharnieren in korte, pakkende zinnen. Het geeft je de
noodzakelijke tijd om een ander ritme in je ademhaling te vinden. Haar
gedichten bruggen tussen afstand en nabijheid. Zij heeft de tijd genomen om met
deze bundel naar buiten te komen. Verstandig. Ik ben benieuwd naar wat volgt.
Zeer zeker.
Niet alles is orewoet & waarheid, Leen Pil, Uitgeverij P, Leuven, 2018, ISBN
978-94-92339-62-1
(Frans
August Brocatus)