is de inmiddels, ongeveer 20ste
bundel van Bert Kooijman. Kooijman werd in 1932 geboren in Maren aan de Maas.
Zijn moeder stierf toen hij nog geen drie jaar oud was. Daardoor bracht hij
zijn jeugd door in verschillende internaten. Bij de Broeders van De La Salle in
Baarle-Nassau kwam hij volop in aanraking met literatuur, schilderen en
tekenen. Daar ontstond zijn interesse voor de cultuur en het schrijverschap. In
1961 debuteerde hij met de bundel Koningin
zwart van woede.
De uitgaven van Kleinood &
Grootzeer kenmerken zich door een uiterst verzorgd uitzicht. Alle bundels
hebben hetzelfde formaat en de vormgeving is van de hand van graficus/uitgever
Gerrit Westerveld. Het zijn kleinoden die perfect in een binnenzak van een
colbert passen.
Binnen bereik opent met een citaat van Hugo
Claus: “Wie het verleden wil lezen, hij schrijve het neer”. Over Hugo Claus
schreef Bert Kooijman een prozawerk, een studie met de titel Verbeelde wegen.
De bundel bestaat uit de
cycli: Clair – obscur, In memoriam en Binnen bereik. In de reeks In
memoriam herdenkt de dichter zijn moeder, die hij niet gekend heeft, en in
haar zijn tante die voor hem en zijn broer een tweede moeder is geweest, zijn
vader, zijn enige broer en zijn vrienden Marcel Wauters, Michel Bartosik,
Albert Bontridder en Paul de Wispelaere.
De gedichten in deze bundel
kennen een gelaten toon. Het zijn woorden van iemand die overblijft en dat is
niet hetzelfde als iemand die achterblijft. Het zijn verstilde gedichten,
aquarellen van woorden om te benoemen wat geweest is, onherroepelijk voorbij
is. Het zijn fijne tekeningen voor de liefhebber, herkenbaar voor de mens, die
in dezelfde levensfase zit. Ze overstijgen het particuliere door de ingehouden
toon, strakke maar herkenbare beelden. Ze schrijven als het ware verder aan de
gedachten van de lezer.
De dichter beweegt zich, zoals
in eerdere bundels, tussen licht en schaduw. Deze elementen zijn geen symbolen.
Hun existentiële betekenis wordt bepaald door ruimte en tijd. Naast het
herdenken van de moeder wordt in deze bundel ook de vader herdacht. Ze krijgen
van de dichter dezelfde aandacht. In eerder werk was de moeder zeer aanwezig.
De gedichten die over de
familie gaan zijn trefzeker. In de gedichten voor de vrienden proef ik soms een
zekere plichtmatigheid. De afstand is groter dan met de familie.
Het woord ‘licht’ komt in vele
gedichten voor, een verlangen naar openingen in de schaduwen, een pleister voor
de immer aanwezige weemoed. Taal en vorm zijn sober, de gedichten vloeien,
zelden onderbroken door komma's. Elk gedicht sluit af met een punt. De
gedichten zijn genummerd, hebben titels als moeder, vader, broer, Vrienden Marcel, Michel,
Albert, Paul. In de titelcyclus
heten de gedichten: doden, minnaars, schaduwman en Het Joodse
bruidje. Binnen bereik is een
verstild kleinood, wars van grote woorden. Ik citeer uit Schaduwman
3.
Nooit afwezig de man
voor wie taal het laatste
is wat hij aflegt
en in wiens schaduw
ik mijn dagen tel.
…
Binnen bereik,
Bert Kooijman, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2018, ISBN 978-90-76644-88-2
(Frans
August Brocatus)