Jos van Daanen (1959)
studeerde Nederlands en Algemene Literatuurwetenschap. Hij is schrijver en
redacteur. Hij debuteerde als dichter in 1988 in Maatstaf, tot 1992
volgden nog meer publicaties van gedichten in literaire tijdschriften zoals De
Tweede Ronde en Preludium. Daarna volgde een lange
stilte. In 2011 vonden zijn gedichten weer hun weg naar tijdschriften zoals Gierik/NVT,
Kluger
Hans, Deus ex Machina, Meander en Op Ruwe Planken. Een
aantal van deze gedichten werd in 2016 door uitgeverij Kleinood & Grootzeer
verzameld en gebundeld in een bibliofiele uitgave.
En nu is er De schoonspringer, verschenen bij
uitgeverij In de Knipscheer. De ondertitel is: een gedicht. Maar het is
meer dan ‘een’ gedicht. De bundel is onderverdeeld in twee stukken: De schoonspringer en Indexering en wordt afgesloten met een Verantwoording.
Op de flap geeft de dichter
meteen zijn credo mee: poëzie is hybride geworden. Net als de wereld. Niets is
nog zoals het was. Poëzie en proza, goed en kwaad, vorm en inhoud, ding en
idee, feiten en hun alternatieven. Ze bestaan niet meer naast elkaar, maar zijn
nauw met elkaar vermengd geraakt. Wie kan in die mix nog een waarheid
onderscheiden? Iets als een houvast om vat te krijgen op zijn leven?
Poëzie en proza wisselen
elkaar af. Gedichten worden gelardeerd met kleine maar daarom niet minder
indringende commentaren op de wereld. De schoonspringer is geen Icarus. Hij
verbrandt niet, hij verplettert. Al in de eerste strofe wordt de toon gezet:
Tenslotte vloog hij éénmaal echt, niet lang
en niet langer dan drieëntwintig verdiepingen
niet omhoog naar de zon, maar richting maaiveld
gewoon om éénmaal ergens zeker van te zijn
het verlangen om te aarden.
Waarbij ‘aarden’ meteen een
dubbele en daardoor een extra symbolische betekenis krijgt.
De dichter sleurt je
vervolgens mee en fileert de hem omringende wereld. Hij verpakt zijn
observaties en feiten in een stortvloed van woorden. Hij legt er geen vinger
maar hele handen op. Je ontkomt er niet aan. Er is zoiets als een gevoel van
gewurgd worden maar dan net niet want de laatste sprong hangt in de lucht.
Intrigerend is voor mij deze
bundel. Om fragmentarisch te lezen om vervolgens terug te keren naar het begin.
Het dak voor de sprong. Te kiezen voor trappen of een lift. De werkelijkheid in
de ogen te kijken en te benoemen met dat machtige instrument taal.
Terwijl in het eerste deel
gekozen is voor één lang gedicht wordt in Indexering
bladzijde na bladzijde met verwijzing naar pagina’s een wereld in kaart
gebracht waarop wij onze greep verliezen.
En tussen alle bedrijven door
vast te stellen:
…
Maar tot er woorden waren, waren we niets, en zelfs nu
zijn we nauwelijks. We zijn nog maar amper
goden in het spel, te druk met het wijzigen
van de regels.
De schoonspringer is een confronterende bundel
die niet vanzelfsprekend is maar voortdurend tot nadenken stemt, tot reflectie
over onszelf en de ons omringende wereld.
De schoonspringer – Een gedicht, Jos van Daanen, Uitgeverij In de Knipscheer,
Haarlem, 2018, ISBN 978 90 6265 986 9
(Frans August Brocatus)