Bevrijding


Van de Tilburgse historicus, tekstschrijver en literair recensent Olivier Rieter verscheen Bevrijding, zijn eerste dichtbundel. Hij citeert de literator Bruno Schulz op de cover: ‘woorden zijn brokstukken van oude mythologieën, poëzie is het herscheppen van de oude mythen van de wereld, het revitaliseren van verstarde woorden’. Olivier Rieter doet een verdienstelijke poging deze these vorm te geven in 35 ogenschijnlijk niet geordende gedichten. Toch zijn de teksten gelieerd, soms naar inhoud, soms naar vorm. In het gedicht Rossmore revisited evoceert de dichter een oerlandschap, met kenmerkende punten en lijnen als rotsen en kronkelpaden en velden en een beek, dimensies die hij in het laatste gedicht van de bundel, Ierland 1980, op fraaie wijze herhaalt.
Rossmore revisited / Miniwigwams bind ik uit vele soorten gras / ik loop over de kronkelpaden van de rots / overzie velden vol weldadig oogstgewas / op mijn stenen bouwsels ben ik nogal trots… een brede beek met stapstenen… Ierland 1980 / Ik lig in de zon op de grote steen / loop door de wei naar het oude klooster/ bind gras aaneen tot mini-wigwams / ruik kamperfoelie / ga over het pad bij de varens…
Naast idyllische poëzie schrijft de dichter voornamelijk verzen over de manipulaties van de werkelijkheid, de geschiedenis, de actualiteit en de dikwijls nefaste invloed die echte en onechte feitelijkheid heeft op de menselijke psyche. In het felle openingsgedicht Bevrijding verwoordt Olivier Rieter zijn onbehagen. Hij smeekt om los te komen van zijn beklemming, zijn onrust, zijn hunkering opdat ik vrij kan zijn om te zeggen wat ik niet voel om me te vormen tot wie ik / nooit had moeten worden. In het gedicht Werelden herschept de dichter de wereld in ‘de meest mogelijke van de onmogelijke werelden’, waar je zorgeloos kunt wandelen over paden / over holle wegen door blauwe heuvels tegen roze luchten / als in een Belgische kaart.
De relatie van Olivier Rieter met de geschiedenis is dubieus en ironisch. In het bittere Werdegang zegt hij dat ‘zij’ beweren dat onze voorouders autisten waren, onvolkomen wezens zonder taal, ‘zij’ verkondigen de doem. Liegen en bedriegen maken ons allen tot zombies zonder oorspronkelijkheid. Toen het leven zonder sterven kwam, werd de mens een machine, het brein werd een computer en toen hield alles op.
Olivier Rieter schrijft actuele poëzie, verdeelt zijn gedichten meestal netjes in strofen. Sommige teksten ogen echter als brede monologen, aanleunend tegen oeroude incantaties. Toch verzint Olivier Rieter ook grappige verzen als wij barbecueën ons naar grote hoogten en ik ben het cassettebandje van de moderne tijd. Enigmatische woorden als mijn prothetisch geheugen en een bicamerale geest (die berichten zou ontvangen van Zeus) zullen de lezer een glimlach ontlokken, evenals verwijzingen naar actoren als Marlon Brando, Scrooge, Haroen al Rachid, Mata Hari en Van Oldenbarnevelt. De intentieverklaring van Bruno Schulz/Olivier Rieter voor Bevrijding klinkt wellicht een beetje hoogdravend-intellectueel, maar de neerslag ervan in Rieters gedichten is interessant, prettig leesbaar en concreet.
Olivier Rieters poëziedebuut doet ons hunkeren naar meer!           

Bevrijding, OIivier Rieter, Demer Uitgeverij, Leusden, 2018, ISBN 978-0-244-671817-6

(Nicole Van Overstraeten)