Vlinders in het mijnenveld


Meer dan 10 dichtbundels voor de jeugd gingen aan Vlinders in het mijnenveld vooraf, stuk voor stuk sympathieke bundels vol gedichten ‘voor de jeugd van 13 tot 133’, zoals hij dat eens gezegd heeft. Wat mij altijd heeft aangetrokken in de poëzie van Daniel Billiet is de toon van zijn gedichten in combinatie met zijn woordkeuze. Nergens capituleert hij voor de druk om kinderlijke taal te bezigen in gedichten voor kinderen. Evenwel schrijft hij eenvoudige verzen met woorden die voor iedereen begrijpelijk zijn, en die toch of misschien wel juist daardoor, een spanning oproepen die zijn gedichten intrigerend maken. Ik wil steeds weer de bladzijden omslaan om meer te genieten van zijn gedichten, van zijn thema’s en vooral van de manier waarop hij ook de zogenaamd ‘grote’ onderwerpen aan zijn taal onderwerpt.

In de kast

Soms kan ik de kast niet in
is ze gekaapt door mijn zus.

Soms zitten we allebei een potje
te zwijgen tegenover elkaar

en luisteren en ademen de kleren
van papa in en uit. En soms zeggen we

een woord en lachen even donker.
Soms ben ik verdrietig als ik uit de kast

Mama zal me nooit storen als ik
bij papa, want soms hoor ik haar

in de kast.

Vlinders in het mijnenveld is Daniel Billiets meest geëngageerde bundel tot nu toe; hij snijdt er de volgende thema’s in aan: armoede, incest, (alcohol)verslaving, relationele verwaarlozing, dood, pesten, tienerzwangerschap. Het zijn onderwerpen die om een gesprek vragen, daartoe bieden deze gedichten alle gelegenheid.
De gedichten zijn daardoor niet zozeer gericht op de jongeren zelf, vooral ook op hun directe omgeving. Ouders, leerkrachten, hulpverleners kunnen deze gedichten integreren in hun zorg, in hun benadering van de (probleem)jongeren. Ook jongeren zelf kunnen hun voordeel doen met deze bundel, de gedichten kunnen hun bewustwording scherpen.
Naast het sociaal engagement verstopt Billiet ook, nog steeds, de liefde voor het woord, de liefde voor elkaar in zijn gedichten. Ach, het is niet eens echt verstoppen:

Als al je vingers even lang zijn

lacht hoog boven alle lichtjes
Manneke Maan, maneklaar.



Zolang we naar elkaar stralen
ben ik je enige ster.

Kietel ik een manestraal,
knipoogt hij lachend en

vallen we weg van elkaar,
word ik zijn vallende ster.

Dan hoop ik dat jij mij hebt
gezien en iets hebt gewenst,

mij misschien?

Vlinders in het mijnenveld is opgebouwd uit 7 afdelingen die het thema van de gedichten als titel hebben: armoede, ik, school, moeder, vader, dieren en liefde. Hoewel de laatste titels dat niet suggereren, schuilt ook in sommige gedichten het engagement. Zoals in

Kip Tok

Op een blauw bord
keek een kip naar mij.
Ze zei niet veel meer.
Zelfs niet één tok tok.

Naast dat blauwe bord
lagen een mes en een vork.
Ik moest kleine hapjes
Tok in mijn mond stoppen.

Ik had grote honger
naar haar vrij gefladder,
niet naar bloot dood vlees
dat ooit in mijn handen

Hoe slik je een zusje door?

Met deze bundel voegt Daniel Billiet opnieuw een mesterwerkje toe aan zijn oeuvre.

Vlinders in het mijnenveld, Daniel Billiet, Uitgeverij De Draak, Tollembeek, 2018, ISBN 97894907383306

(Wim van Til)