Op de cover: een
omgekantelde kinderwagen en een baby die gewond op een van de trappen ligt.
Deze foto van Jonny Vekemans zet meteen de sfeer voor Trappen, het romandebuut van Jan Nies. Nies, arts en neuroloog,
recenseerde enkele jaren poëzie voor het tijdschrift SchoonSchip 93 en
publiceerde drie dichtbundels: Hard
Fluweel (1992), De Papavers
(1997) en Stille Ruiter (2009).
De foto refereert
naar een scène uit de film Pantserkruiser
Potjomkin (Sovjet-Unie, 1925), geregisseerd door Sergej Eisenstein. Het
thema is de opstand op de pantserkruiser Potjomkin, die bekendheid verwierf
nadat er een beruchte muiterij losbrak in 1905. De bemanning kwam in opstand
tegen haar officieren - een opstand die
het gezag van het tsaristische regime overigens aanzienlijk zou ondermijnen. De beroemdste scène is de slachting op de trappen naar
de haven van Odessa door het tsaristische leger: soldaten marcheren de trappen af
en brengen de opstandelingen en de bevolking genadeloos om. Eisenstein voegde
nog wat extra drama toe in een scéne waarbij een kinderwagen met een baby erin
de trap afrolt nadat de moeder door een kogel is getroffen.
Jan Nies liet zich
inspireren door dit gegeven en verplaatst de actie van de Sovjet-Unie naar café
Den Adelaar in het Vlaamse dorp Houtergem, anno 1952. Centraal staat de
caféuitbater Zoria Ivanovitsch, die beweert nu net de baby te zijn die in 1905
uit de kinderwagen viel. Om zijn waarheidsgehalte (?) de nodige luister bij te
zetten pronkt hij met de open wonde op zijn voorhoofd, waaruit na al die jaren
nog steeds vocht lekt…
De stamgasten
hebben zo hun twijfels: Hij weet zijn
verhaal wel goed te verkopen. Zogenaamd onder het geweervuur van de tsaar als
kleine jongen uit die kinderkoets gekatapulteerd. / Eén jaar oud en hij weet nog alle details! Je moet maar fantasie
hebben! / Ach, die man is een
oplichter en een fantast. Die is niet goed snik! Met bovendien dat verhaal van
dat “gat in zijn hoofd”! Dat er iets mankeert in zijn hoofd is mij wel
duidelijk… Maar evengoed zijn ze benieuwd naar de waarheid achter al dit
vertoon van Zoria en zijn obsessie voor beroemde en beruchte trappen.
De auteur voert
een aantal personages ten tonele, onder wie dorpsarts Herman Foppe, onderwijzer
Stephaan Witjes en bibliothecaris Wietse Kooistra, zowat de “intellectuele elite” van Houtergem. Enige neurotische
trekjes zijn deze elite ook niet vreemd.
Trappen zou in de
categorie historische romans ondergebracht kunnen worden, maar ontsnapt
tegelijkertijd aan deze etikettering die het boek alleen maar voor een
klein(er) publiek interessant zou maken.
Hoe vreemd het
uitgangspunt van deze roman op het eerste zicht kan lijken, Jan Nies komt er
prima mee weg. Met zijn filmische stijl, pittige dialogen, sterke
karaktertekening en wisselende decors
waarin hij in een tijdsverloop van 1952 tot 1964 de degeneratie van een kroegbaas én het dorpsleven tekent, houdt
hij de lezer tot de laatste bladzijde in zijn ban.
Trappen, Jan Nies,
Uitgeverij Boekscout, Soest, 2018, ISBN 978 94 022 4273 7
(Roger
Nupie)