Dichter Joris Iven heeft altijd
al verder gekeken dan zijn landsgrenzen. Hij vertaalde onder meer dichters uit
Marokko (Tahar Ben Jelloun, De
amandelbomen zijn aan hun verwondingen bezweken, 1981), Turkije (De mooiste van Nâzim Hikmet,
2003), India (Sujata Bhatt, Naaktzwemmen in de geschiedenis, 2006)
en Zuid-Afrika (Mazisi Kunene, De Voorvaderen en de Heilige Berg,
2009). In 2013 verscheen een bloemlezing Ierse poëzie (De prangende verbeelding) in samenwerking met Peter Flynn.
We mogen nog uitgaven met
vertalingen van Raymond Carver, Michael Ondaatje, Charles Simic, Ruth Stone en
Okot p’Bitek verwachten, maar intussen ging Iven - beslist een van onze beste
Vlaamse dichters - zijn poëtisch geluk beproeven in Japan.
Shimizu is één gedicht van meer dan 200 verzen over Tokyo. Shimizu
betekent zuiver water of bronwater, een begrip in de Japanse ideogrammen
voorgesteld door twee tekens: shi= bron en mizu= water.
Het is niet mijn bedoeling het plezier van de lezer bij voorbaat te
bederven door Shimizu in detail te
bespreken. Maar ik vond het nuttig enige achtergrondinformatie te verzamelen,
zodat dit dichtwerk in de juiste context kan worden geplaatst, schrijft
Nicole Van Overstraeten in haar voortreffelijke inleiding.
Ogenschijnlijk is Shimizu
het verslag van een toeristische wandeling doorheen de stad, gespreid over een
tiental pagina’s. Maar laten we duidelijk zijn: Shimizu is niet de neerslag van een poëtische wandeling. De dichter
Joris Iven herleidt het stedelijk landschap tot zijn natuurlijke essentie: de
loop van de rivieren, de vegetatie, de bewoners, schrijft ze. Zij kaart
eveneens de invloed van de oude
godsdiensten in de moderne Japanse samenleving aan, bepalend voor de mysterieuze sfeer waarin dit gedicht is
ondergedompeld.
Joris Iven maakt de lezer
deelgenoot in zijn tocht doorheen de metropool Tokyo, verwoord in zijn typische
stijl die vaak misleidend prozaïsch aandoet. Hij maakt hem deelgenoot zonder
het raadselachtige dat rond deze tekst zweeft
helemaal vrij te geven. Daar schuilt ook meteen de kracht van dit
gedicht: de lezer wordt uitgenodigd deze reis te zelf te ervaren met deze tekst
als leidraad. De dichter heeft zijn plicht vervuld, het is nu aan de lezer. Mij rest niets anders dan de waanzin te
omhelzen, schrijft Joris Iven, die op zijn tocht een oude dichter ontmoet:
Aan de afvaart van de veerboot zit een oude dichter
op de houten kade,zijn gezicht in de schaduw van een hoofddeksel
van bamboebladeren.
Hij denkt zijn verschijning in het oeverriet
en omarmt in zijn regels het water,
de onthechting van een geduldig trage stroming.
(…)
De bejaarde dichter bij de veerpont
staat op en verlaat de kade.
Is hij misschien een reïncarnatie van de fundamentele lichtheid
van de geest?
(…)
En mooier dan ooit sterven kan zijn
maakt hij een wuivend gebaar,
een hand als een vogel in scheervlucht tussen de bergspitsen.
Zo verdwijnt de bejaarde dichter
met een ruwe schets van de lichtheid van de geest.
HIMIZU, zuiver water (Een mythisch landschap, een gedicht), Joris Iven,
inleiding: Nicole Van Overstraeten, Demer Uitgeverij, België, 2013, ISBN 978 1
291 15740 6
(Roger Nupie)