De aanklacht van Brouwers

Je hebt van die romans die je niet in één ruk kan uitlezen, die je nu en dan naast je moet neerleggen. Het hout van Jeroen Brouwers is er zo een – vanwege de beklemmende sfeer. Het verhaal speelt zich in de jaren vijftig af in het pensionaat Bleijerheide in het Nederlands-Limburgse Kerkrade, een instituut dat Brouwers maar al te goed bekend is. Ik heb een kostschoolsyndroom, zei hij ooit in een interview. Hij zal het geweten hebben: hij bracht zeven jaar van zijn middelbare schooltijd door in strenge kostscholen. Dit thema kwam al eerder aan bod in zijn oeuvre: in het verhaal Orpheus (in zijn debuut, de verhalenbundel Het mes op de keel, 1964), De zondvloed (volgens de auteur zijn belangrijkste boek, 1988) en Satans potlood (1997). Na de berichten in de media over het veelvuldige misbruik in internaten leek dit boek onvermijdelijk.
De lezer wordt geconfronteerd met de vernederingen, lijfstraffen en verkrachtingen die kostschooljongens moeten ondergaan. Er wordt een gruwelijk beeld gegeven van de verknipte en sadistische geest van de Franciscaner monniken die er letterlijk de plak zwaaien met een houten lat of een strijkstok. De grootste boosdoener is broeder Mansuetus, die zich overgeeft aan  seksueel misbruik, voorafgegaan door mishandelingen met het hout, waarbij hij het vooral op blonde jongens gemunt heeft:
Gehoorzaamheid en tocht! Jij hebt geen wil! Ik heb een wil! Jij doet mijn wil! Bij ieder woord een steeds fellere klap met het venijnige hout. Hoe de jongen ook kronkelt, de opvoeder blijft met bestudeerde precisie op dezelfde plek van het achterwerk slaan, twintig keer, meer dan twintig keer. Toen ik er getuige van moest zijn bracht ik ertegen in, zonder mijn eigen stem in het geschreeuw te horen: Het is genoeg, broeder. De jongen jankte als een hond, water, snot, speeksel waar zijn hoofd tegen het meubeloppervlak geduwd bleef, schoppend met zijn benen als een kikker.
Het verhaal wordt verteld door broeder Bonaventura, een wat lakse figuur die als surveillant getuige is van de gruwel die hij om zich heen ziet. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen zijn gewetensproblemen - moet hij er als getuige iets tegen ondernemen? - en zijn lichtpunt buiten het klooster, zijn geliefde Patricia.
Allerlei vragen nestelen zich in als een spanningsboog in het hoofd van de lezer. Komt er ooit een eind aan het schrikbewind van Mansuetus? Komt Bonaventura in actie tegen de gruwel of sluit hij er devoot de ogen voor? Is hij dan een medeplichtige? Zal hij uiteindelijk uittreden en kiezen voor Patricia, die geduldig op hem wacht?
Het hout komt aan als een vuistslag. De grondtoon van deze roman is een – terechte – aanklacht. Door het meesterschap van Jeroen Brouwers, die  garant staat voor een rijke en gelaagde taal en verhalen en romans die duizelingwekkend knap zijn opgebouwd is deze roman dan ook uitgegroeid tot een grandioze literaire tour de force.

Het hout, Jeroen Brouwers, Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam / Antwerpen, 2014, ISBN 978 90 254 4225 5

(Roger Nupie)