Doortocht, een
verzamelbundel van de Vlaamse dichteres Katelijne van der Hallen (° 1942) is
een sober maar toch stevig boek. Bijna honderdvijftig gedichten,
bijeengesprokkeld uit negen bundels: Stille regen (1969), Transparant
(1974), Herkenbaar als de lente (1981), Avondademen (1982), Na
de nachtegaal (1986), Verdraagzaam de tijd (1992), De binnenzijde
(1997), Zwijgtaal (2002) en Woordzang (2009). Deze reeksen gaan
een selectie aan Kinderversjes vooraf en ook veertien Onuitgegeven
gedichten. Literair criticus Joris Van Hulle schreef een verhelderende
inleiding.
Van der Hallen schrijft
minimalistische gedichten. Royale witruimtes dirigeren de aandacht van de lezer
naar gecentreerde verzen, die opvallen door hun concentratie en intensiteit. De
dichteres polijst haar poëzie zorgvuldig. Overbodigheden worden genadeloos
geschrapt, met als resultaat: uitgepuurde gedichten, die via beelden en
impressies leiden naar de essentie. Desondanks gebruikt de dichteres poëticale
stijlvormen als assonantie en enjambement, metafoor en paradox. Ook de
afgebroken zegging, waarbij een vloeiende zinsbouw overhoop wordt gegooid, is
kenmerkend voor haar oeuvre.
De dichteres verinnerlijkt
natuurimpressies. In haar eerste bundel Stille Regen stelt zij het
intens doorleefde geluksverlangen centraal. In de bundel Transparant
maakt zij een synthese van zintuiglijke ervaringen. Contact met water blijkt
heilzaam. De op het ‘ik’ gerichte verzen worden opengebroken tot een aftastende
benadering van de relatie met een jij-figuur. Herkenbaar als de lente
openbaart een ambivalent lentegevoel, met een diep besef van vergankelijkheid.
Met het motief van het raam, vanwaar zij de natuur waarneemt, wordt metaforisch
een afstand en een afstand nemen opgeroepen. De dood van haar vader op Tenerife
resulteerde in een afscheidsgedicht, dat zijn kracht ontleent aan het tot drie
maal toe herhaalde lamento:
het licht is avond geworden/
hoog op de berg van het eiland in de zee/ de stilte schuift/ over de wind/ de
zee legt zich/ hoog op de berg van het eiland in de zee/ hebben wij u
neergelegd/ tussen bloemen/ de lege wind/ ademt uit/ hoog op de berg van het
eiland in de zee (p. 45).
De bundel Na de nachtegaal valt
op door de opdeling in vier afdelingen. De titels zijn tussen
opschortingstekens geplaatste verzen uit een van de gedichten. In Verdraagzaam
de tijd is de tijd het hoofdmotief. In 1987 overleed haar man Hugo Heyens
en de bundel staat in het teken van afscheid en afwezigheid. De
binnenzijde exploreert de binnenzijde van de binnenzijde en suggereert
een wereld die achter de dingen leeft. In Zwijgtaal stelt ze de taal
nadrukkelijker als onderwerp; in Woordzang overheerst een sfeer van
sober geluk.
Alhoewel Katelijne van der Hallen
zich verwant voelt met Anton van Wilderode, wordt zij gelinkt aan oosterse
poëzie. In de cyclus Avondademen neemt ze tien tanka’s op, die echter
het typische Katelijne-label dragen: ze onderbreekt schalks de vloeiende
poëtische lijn. Maar het laatste gedicht is een pareltje:
avondademen
aan het raam
roerloos de boom
hoe zacht worden
wij
tussen verwarde
takken
de nachthemel als
fluweel
Verzen die even sober, stijlvol en elegant klinken als in een authentieke Japanse tanka.
Doortocht, Katelijne Van der Hallen, Uitgeverij P, Leuven, 2013, ISBN
9789491455322
(Nicole Van Overstraeten)