De hemelse kamer

Huub Beurskens debuteerde in 1975 en heeft intussen een indrukwekkende lijst romans en dichtbundels op zijn naam staan. Zijn poëzie werd vertaald in het Frans, Duits, Engels, Hongaars, Italiaans, Japans, Servisch en Tsjechisch. Zelf vertaalde hij werk van onder meer Gottfried Benn, Anne Duden, Georg Trakl en (samen met Wiel Kusters en Benno Barnard) W.H. Auden. Zijn meest recente publicatie is de roman De hemelse kamer.
Het hoofdpersonage Lino Nomellini is hoboïst en woont in Parijs. De herinnering aan zijn grote jeugdliefde Inés, in Amsterdam, die plots en zonder ook maar één enkel spoor na te laten uit zijn leven verdween, speelt hem nog steeds parten en bepaalt zijn leven: Zonder Inés was ik waarschijnlijk geen beroepsmusicus geworden of gebleven. Ik bedoel, zonder mijn fauneske gemis van haar. Of ook: Het klinkt clichématig, maar juist de muziek is mijn houvast, mijn ultieme houvast gebleken. Het spelen voor Inés, altijd en eeuwig voor Inés, waar ze op dat moment ook mocht zijn.
Hij denkt haar terug te zien als fotomodel in een postordercatalogus en daarna als mannequin tijdens een fotoshoot, tenminste zoals zij er nu volgens hem na al die jaren zou kunnen uitzien: Sprekend Inés was ze, zoals Inés op die leeftijd, op haar twee- of drieëntwintigste zou zijn geweest, als twee druppels water, o, met dat heerlijk zacht golvende geurende glanzende donkere mmm... haar dat achter... over haar schouders... Ah!
De volgende ochtend zat ik voor het beeldscherm nog voordat ik me had geschoren en gedoucht. Het gebeurt tenslotte niet dagelijks, nee, het was jaren en jaren, jaren en nog eens jaren niet gebeurd dat ik op iets stuitte wat, ik bedoel, dat ik iemand ontmoette die volledig beantwoordde aan mijn begeerte, mijn smachten, aan mijn passie, aan alles wat ik zowel van als voor mijn Inés, mijn enige Inés - mijn alles had bewaard!
Is zij het echt of is zij slechts een droombeeld? Het opflakkerende geluk is echter van korte duur. Lino komt terecht in activiteiten van een ondergrondse groepering en de euforie zal al snel omslaan in een nachtmerrie.
Beurskens’ stijl is vrij barok, met een niet aflatend oog voor detail, iets waar hij zich ook wel van bewust is: Moge u me deze anekdotes en uitweidingen vergeven, want wat ik er eigenlijk mee wilde zeggen en dus net zo goed zonder omwegen had kunnen zeggen. Het lijkt wel of hij de lezer op een verkeerd been wil zetten en dat lukt aardig: al die anekdotes en uitweidingen doen uiteindelijk weinig ter zake, zorgen er zelfs nu en dan voor dat het boek wat traag op dreef komt, maar onderhuids voel je als lezer dat er hier iets anders speelt en word je meegesleurd in een vreemde wending en een bizar verhaal dat verduiveld vernuftig in elkaar zit. Mede door de raadselachtige sfeer die de auteur weet op te bouwen wordt De hemelse kamer een ware pageturner.

De hemelse kamer, Huub Beurskens, Uitgeverij Wereldbibliotheek, 2012, ISBN 978 90 284 2433 3

(Roger Nupie)