Met nog een geeuw op steen

Dichter en organisator Frank De Vos nodigde collega-dichters uit om zich te laten inspireren door oude muurreclames die nog aanwezig zijn in het straatbeeld her en der: al dan niet half vergane en verwelkte beelden met restanten verf, beelden en teksten die aan een ver verleden herinneren.
Om de vergankelijkheid tegen te gaan, werd deze samenwerking vereeuwigd. De foto’s en gedichten werden samengebracht in een heuse tentoonstelling in Kasteel Sorghvliedt in Hoboken, van 26 februari tot en met 25 maart 2012, feestelijk geopend met een dichtersontbijt.
Maar er is meer: de mooie uitgave: Met nog een geeuw op steen, Poëzie in Hoboken, waarin  18 foto’s en evenveel gedichten zijn opgenomen van Marleen De Crée, Bart Stouten, Marc Tritsmans, Peter Holvoet-Hanssen, Annmarie Sauer, Bert Bevers, Frank De Vos, Pierre Magis, Hilde Keteleer, Yerna Van Den Driessche, Lucienne Stassaert, Rose Vandewalle, Hilde Van Cauteren, Ann Van Dessel, Guy Van Der Marlière, Richard Foqué, Albert Hagenaars en Hans Mellendijk. Verscheidenheid en kwaliteit gaan hierbij hand in hand.
In de bijdrage van Annmarie Sauer lezen we: Het verbleekte werven / bracht woorden / zo weer verloren / kleur van kopergoud / grote rode blikken / de koffie brandde er / wat was / bracht weemoed om de geur / die om mijn grootmoeder hing.
Het gedicht van Pierre Magis, Grijze gelaagdheid klinkt als een overtuigend statement:

Zoals ’n kus kan kloven

Als ’n gebaar, ’n wenk, ’n groet

plakken daar op ’n zijmuur

letters, wit, dooreen geweven

van ’n taai onroerend goed

dat aan ’t droge dok ontroerend

geruisloos de tijd ontmoet.

Letters van weleer, stevig, scheutig

je kan ze niet zomaar verguizen

vertrouw ze, jongleer ermee op straat,

ze trappelen niet ter plaatse,

ze fladderen gezwind in huizen,

nog steeds zeggen ze waarop het staat.

Letters openen zich als ’n gordijn

met wat spektakel op craquelé,

als streepjes muziek op de bühne,

eet ze gretig als verloren brood,

ze kruipen opnieuw in je hoofd

aan de nok van 't dak,in je mond,

kasseigrijs is hun achtergrond.

Letters,’t geschrift blijft vervagen,

verstilde vogels die vertragen

rond dreigende stapelwolken,

letters, schud ze uit je werkmanskleren

als fijn stof, al dat zwarte goud,

letters, laat ze rusten met verve

eenzaam op 'n antracieten muur,

slapen in de romp van ’n schip.

Lucienne Stassaert schrijft in haar gedicht Esso smeerstatie: wat ooit als sneeuw van letters gleed / betekent al niets anders meer / dan het verleden staat hier stil. Dat stilstaan bij het verleden heeft alvast een boeiend en interessant project opgeleverd. En Frank De Vos? Hij zag dat het goed was: Ik vroeg mij af hoe andere dichters met deze publicités fanées zouden omgaan. Het resultaat blinkt in deze bundel.
Dit is inderdaad een uitgave om te koesteren, in afwachting van een nieuw project dat Frank de Vos voor volgend jaar gepland heeft, waarbij dichters opnieuw een uitdaging zullen aangaan.

Met een nog een geeuw op steen, Poëzie in Hoboken, een uitgave van het District Hoboken, 2012

(Roger Nupie)