Het taaie geheugen van water

Wat weten wij over het wrang verdriet van bomen? Dat is een vraag die Christina Guirlande stelt in het gedicht Oude boom in de laatste cyclus van haar nieuwe bundel, Het taaie geheugen van water.
Wie daar nog één woordje aan toevoegt, wat weten wij nóg  over … zit pal in de kern van de bundel. Wat weten wij nog, over ons leven in het paradijs? Het is de vraag naar de betrouwbaarheid van ons geheugen, onze neiging om te idealiseren, te romantiseren. Poëzie is nu eenmaal een romantische daad, een poging om de wereld te herscheppen in een nieuw paradijs, naar het beeld van het paradijs dat in ons onderbewuste zit opgeslagen. Poëzie is Geheugenwerk.
De nieuwe bundel ontleent zijn titel aan de eerste cyclus: Het taaie geheugen van water. Vijftien gedichten, waarin telkens het woord water of een verwijzing ernaar voorkomt. Water, de stroom, de Schelde, als een personage, dat leeft, glanst, luistert, draagt, verslindt, en vooral: het heeft een taai geheugen.
Het taaie geheugen van water is een sterke cyclus, gebouwd op ‘contrasten’, dag en nacht, huiver en troost, ongeloof en weten.
In een tweede cyclus staan rozen centraal. Christina Guirlande bewijst hierin ook een formeel sterke dichteres te zijn: elk gedicht bestaat uit 2 sextetten, telkens over  één bepaalde roos, een nieuw personage, naast het water: je kan ze dingen vragen, ze geven weerwoord aan de wind, zijn niet in bedwang te houden.
Vergankelijkheid, pessimisme haalt even de bovenhand in de derde cyclus, In een adem genoemd, waarin de dichteres doet wat voor dichters een manier van overleven is, therapie dus: persoonlijk verlies omzetten in poëtische winst.  Vele van de gedichten eindigen op een sombere noot  (de hele wereld kraakt, men mag het einde niet zien, onder de klamme huid siddert de donkere dood,  de kamer is barstensvol en zo leeg, niemand antwoordt nog, men raakt niet verder dan stamelen) En toch, en toch. Ook hier vindt de dichteres het begin van een uitweg, in de poëzie.             
De bundel eindigt met een cyclus van zeven natuurgedichten, waarin Christina Guirlande alle registers van haar observatievermogen opentrekt. Maar, lezer, wees op je hoede: dit zijn niet zomaar natuurgedichten, de thematiek die in de voorgaande cycli expliciet aan bod kwam, schuilt hier ook, onderhuids, een zomers onweer roept het sterfelijk zijn op in een zondvloed als toen, vogels vliegen in late-oordeelsvluchten, een merel werkt verwoed aan het verlengde van zijn leven, een vreemde woont lijdzaam in zijn wensen, en dan is er die “oude boom” die omgehakt wordt,  die zich niet verdedigt, waaraan de dichteres zich nu warmt. En zich afvraagt: Wat weten wij over het wrang verdriet van bomen?
Samenvattend: Het taaie geheugen van water is meer dan de moeite waard. Het is een bundel van de hand van een dichteres  met een grote belezenheid en een innige natuurbeleving, die de knepen van het vak kent.

Het taaie geheugen van water, Christina Guirlande, De Contrabas, Utrecht, 2012, ISBN 9 789079 432486

(Martin Carrette)