
Het engagement is dan weer niet mis te verstaan in de gedichten van Staf de Wilde: in drommen zijn ze gekomen / van een horizont en zonder / een horizont in de ogen en Frank Decerf: Als je goed luistert, hoor je het zeker, / het heien van de ranke palen. / De totems waar straks weer 30 000 V / de draden laten beven, zingen en doden. Ook Karel Sergen, F.A. Brocatus, Norbert De Beule, Joris Iven, Lies Van Gasse, Ina Stabergh, Inge Boulonois en Hannie Rouweler zijn afgedaald in de wereld van Jan Vanriet. Onderaan de gedichten wordt de titel van het schilderij vermeld dat tot inspiratie diende en dat is handig want slechts enkele keren komt die overeen met die van het schilderij: De roker van Jeannette Coppens, Spiegelmannen van Xtine Mässer, Zwarte sneeuw van Y. Né en De leegte van Marleen De Smet. Het staat de lezer desgewenst natuurlijk ook vrij om de schilderijen te googelen. De reiziger is blind is de aanhef van een van de mooiste gedichten uit deze bundel. Rose Vandewalle vervolgt met: Rijgt zijn dagen gejaagd aan elkaar, raast / door het landschap, merkt amper hoe nevel zich sluierend legt / tussen heuvels. Hoort niet het klagen van stemmen, voelt niet de pijn, / het huilen gesmoord in de grond. Aankomen is zijn ultieme betrachting.
De achttien dichters die aan dit project hebben meegewerkt zijn niet blind: ze hebben elk hun eigen licht laten schijnen op het werk van Jan Vanriet en dat heeft gedichten opgeleverd die als wachters naast de schilderijen staan. Ze zijn goed aangekomen, hun ultieme betrachting is volbracht.
Gedichten over schilderijen van Jan Vanriet, dichters uit Nederland en Vlaanderen, samenstelling Hannie Rouweler, nawoord Mark Meekers, Demer Uitgeverij, Diepenbeek, 2012, ISBN 978-1-4478-4761-8
(Roger Nupie)