In zijn nawoord, Een dubbelster, over dubbeltalent Jan Vanriet (schilder-dichter), merkt Mark Meekers op dat met de opkomst van de conceptuele kunst niet alleen het schilderij als een oubollig medium werd beschouwd; ook kleur was taboe. Dat heeft Jan Vanriet gelukkig niet kunnen beletten een indrukwekkend oeuvre bij elkaar te schilderen dat zowel een sterke esthetische waarde heeft als een boodschap in zich draagt die vaak maatschappijkritisch is. In 2010 ging hij in de expositie Closing Time in het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen (de laatste tentoonstelling voor er een begin werd gemaakt van de grootscheepse restauratie) de confrontatie aan met onder meer James Ensor, Peter Paul Rubens en Rik Wouters. Achttien dichters uit Nederland en Vlaanderen lieten zich inspireren door een werk van deze schilder voor wie ondanks zijn internationale carrière Antwerpen zijn thuishaven blijft. Dat levert fraaie poëzie op van onder meer Christina Guirlande (Vier zwanenmeisjes), Catharina Boer (Verlaten terras), Lisette Waterschoot: We sporen elkaar aan. // Wijzen de weg: / langs daar, langs daar / langs het bloeden en Xtine Mässer: Wij zijn de spons / voor eigen verleden , / zuigen op / wat als een kanker / aan onze voeten vreet.
Het engagement is dan weer niet mis te verstaan in de gedichten van Staf de Wilde: in drommen zijn ze gekomen / van een horizont en zonder / een horizont in de ogen en Frank Decerf: Als je goed luistert, hoor je het zeker, / het heien van de ranke palen. / De totems waar straks weer 30 000 V / de draden laten beven, zingen en doden. Ook Karel Sergen, F.A. Brocatus, Norbert De Beule, Joris Iven, Lies Van Gasse, Ina Stabergh, Inge Boulonois en Hannie Rouweler zijn afgedaald in de wereld van Jan Vanriet. Onderaan de gedichten wordt de titel van het schilderij vermeld dat tot inspiratie diende en dat is handig want slechts enkele keren komt die overeen met die van het schilderij: De roker van Jeannette Coppens, Spiegelmannen van Xtine Mässer, Zwarte sneeuw van Y. Né en De leegte van Marleen De Smet. Het staat de lezer desgewenst natuurlijk ook vrij om de schilderijen te googelen. De reiziger is blind is de aanhef van een van de mooiste gedichten uit deze bundel. Rose Vandewalle vervolgt met: Rijgt zijn dagen gejaagd aan elkaar, raast / door het landschap, merkt amper hoe nevel zich sluierend legt / tussen heuvels. Hoort niet het klagen van stemmen, voelt niet de pijn, / het huilen gesmoord in de grond. Aankomen is zijn ultieme betrachting.
De achttien dichters die aan dit project hebben meegewerkt zijn niet blind: ze hebben elk hun eigen licht laten schijnen op het werk van Jan Vanriet en dat heeft gedichten opgeleverd die als wachters naast de schilderijen staan. Ze zijn goed aangekomen, hun ultieme betrachting is volbracht.
Gedichten over schilderijen van Jan Vanriet, dichters uit Nederland en Vlaanderen, samenstelling Hannie Rouweler, nawoord Mark Meekers, Demer Uitgeverij, Diepenbeek, 2012, ISBN 978-1-4478-4761-8
(Roger Nupie)
Het engagement is dan weer niet mis te verstaan in de gedichten van Staf de Wilde: in drommen zijn ze gekomen / van een horizont en zonder / een horizont in de ogen en Frank Decerf: Als je goed luistert, hoor je het zeker, / het heien van de ranke palen. / De totems waar straks weer 30 000 V / de draden laten beven, zingen en doden. Ook Karel Sergen, F.A. Brocatus, Norbert De Beule, Joris Iven, Lies Van Gasse, Ina Stabergh, Inge Boulonois en Hannie Rouweler zijn afgedaald in de wereld van Jan Vanriet. Onderaan de gedichten wordt de titel van het schilderij vermeld dat tot inspiratie diende en dat is handig want slechts enkele keren komt die overeen met die van het schilderij: De roker van Jeannette Coppens, Spiegelmannen van Xtine Mässer, Zwarte sneeuw van Y. Né en De leegte van Marleen De Smet. Het staat de lezer desgewenst natuurlijk ook vrij om de schilderijen te googelen. De reiziger is blind is de aanhef van een van de mooiste gedichten uit deze bundel. Rose Vandewalle vervolgt met: Rijgt zijn dagen gejaagd aan elkaar, raast / door het landschap, merkt amper hoe nevel zich sluierend legt / tussen heuvels. Hoort niet het klagen van stemmen, voelt niet de pijn, / het huilen gesmoord in de grond. Aankomen is zijn ultieme betrachting.
De achttien dichters die aan dit project hebben meegewerkt zijn niet blind: ze hebben elk hun eigen licht laten schijnen op het werk van Jan Vanriet en dat heeft gedichten opgeleverd die als wachters naast de schilderijen staan. Ze zijn goed aangekomen, hun ultieme betrachting is volbracht.
Gedichten over schilderijen van Jan Vanriet, dichters uit Nederland en Vlaanderen, samenstelling Hannie Rouweler, nawoord Mark Meekers, Demer Uitgeverij, Diepenbeek, 2012, ISBN 978-1-4478-4761-8
(Roger Nupie)