Sinds 2000 benoemt de Rijksuniversiteit Groningen elk academiejaar een student tot huisdichter. Die huisdichters zijn nu verzameld in de verzamelbundel Ideeën op sterk water, met oudere en meer recente gedichten alsmede informatie over in hoeverre het huisdichterschap al dan niet een springplank in hun literaire carrière was. In het academiejaar 2000-2001 werden twee huisdichters aangesteld: Daniël Dee & Petra Else Jekel. Dee maakte al snel naam als bloemlezer (Vanuit de lucht, de eerste generatie dichters van de eenentwingste eeuw, uit 2001, waarin hij onder meer jonge goden als Ramsey Nasr en Andy Fierens opnam) en dichter (Monsterproof, 2010). Uitspraken als "Ik wil een spontane toon bewaren. Zodat mensen de essentie van een gedicht meteen kunnen vatten en bij herlezing dat er ook nog iets meer valt te ontdekken." (Daniël Dee) en "In mijn gedichten moet iets gebeuren. Een goed gedicht is een soort filmpje in taal. Met pakkende beelden, iets absurds soms, zodat je het onthoudt." (Guido van der Wolk) garanderen de frisse wind die dit jong gezelschap laat waaien in de al zo vaak wat muffe poëziekamers. Annelieke van Mens is nog resoluter: "Echt poëtisch kun je mij niet noemen… Ik bedoel dat ik helemaal niet houd van het werken met metaforen en andere klassieke literaire middelen. Ik gebruik heel gewone, platte taal. Door die net even anders te gebruiken, wordt het poëzie." Als voorbeeld haar gedicht Weertje hè: met overwerk / het dak opgestuurd / klimt de baas / over onze rug / want kreeg de zweep / van boven // tijd voor een sigaret // geef mij een vuurtje / lucht je hart / en ik voorspel je de toekomst / of je het wilt of niet. Veerle Vroon schrijft: "Poëzie moet verrassen en liefst ook ontroeren, zonder melodramatisch te worden. Ik hoop mensen te verbazen. Hen om zichzelf laten lachen. Of om mij." Dat lukt aardig, zoals in het gedicht Onbekende beller: ach kind wat leuk / dat ik je tref / hoe gaat het nu / met dat rare studeren? / ook raar is dat / mijn voeten zijn / zo blauw vandaag / echt helemaal blauw / heel akelig en / toen ben ik maar / direct een kopje / thee gaan drinken / bij die dokter, aardige man / die kaakarts waar ik je / al van vertelde en weet je / hij had koekjes bij de thee / zelfgebakken door zijn vrouw / zo'n schat en toen / zei hij dat ik maar / beter weer naar huis / dus zo gezegd / en zo gedaan maar ja / mijn tenen zijn zo blauw / dag kind / ik bel je gauw weer. "Ik wil de lezer een tintelend gevoel bezorgen", schrijft Ruth Koops van 't Jagt en dat is precies wat deze bloemlezing met gedichten van elf ex-huisdichters van de Rijksuniversiteit Groningen doet.
Ideeën op sterk water - 10 jaar huisdichters aan de Rijksuniversiteit Groningen (redactie Maarten Praamstra en Sacha Landkroon), Uitgeverij Passage, Groningen, 2011, ISBN 97890 5452 225 6
(Roger Nupie)