Frank de Vos is van vele kunstmarkten thuis. Hij is niet alleen schrijver van zowel poëzie als proza maar ook beeldend kunstenaar en musicus. Hij trad definitief uit de schaduw als dorpsdichter van Doel in de periode 2009-2011. Het resulteerde onder meer in de aangrijpende bundel Doelse gedichten Trek de wind niet uit de wieken, geïllustreerd met monotypes van Bert Bevers.
Frank De Vos is bovenal een sterk maatschappelijk geëngageerd kunstenaar, geïnspireerd door de Arte Povera-kunstenaar Michelangelo Pistoletto. Zoals hij het zelf verwoordt mag kunst zich nooit inbedden in de structuren van de macht, maar moet die blijvend in vraag stellen. Deze nieuwe en vierde bundel Excisa doet dat op een haast polemische wijze, die ook de dichter zelf niet spaart.
Aanleiding en inspiratie is een zin uit een overlijdensregister van de 18de eeuw: Excisa et baptisata est ab obstetrice (uitgesneden en gedoopt door de vroedvrouw). Het is het thema van de eerste cyclus, maar ook de volgende twee cycli, waaruit de bundel bestaat zijn reflecties hierop: de vergankelijkheid, het geluk als een ongrijpbaar moment, de zoektocht naar het overstijgen van de tijdelijkheid en het besef van de onmogelijkheid daarvan. Tot de schimmel door dit kind vol waarheid schiet, de leugen door een openbaring. En verder. Het ligt er in een laatste wiegelied, ingeslapen om nooit meer te waken.
In de tweede cyclus Vervoegd maar vooral in de derde met de intrigerende titel Einde loopbanen van tulpen confronteert de dichter zichzelf met de onontkoombare aftakeling inherent aan leven: het verwelken. Deze negen gedichten zijn zowel qua inhoud als verwoording een poëtische tour de force. Ze zijn geschreven in een contrapuntische stijl: de versregels ontwikkelen zich parallel, waarbij elk vers zijn eigen autonomie en zegging bezit maar in zijn vervlechting nieuwe betekenis creëert. Met een sprong van her en hier / en luister naar het keizerlijke rillen, / in het zog van zijn purper, /... / Door het dakloze scheurt de aarde open.
Het weglaten, het niet schrijven is voor Frank De Vos essentieel. Wat tussen de woorden staat, wat nog een invulling moet krijgen bepaalt in hoge mate wat er wel geschreven staat en tilt dat geschrevene op naar een universeel menselijk niveau. Excisa is dan ook geen makkelijke bundel. Hij noopt tot lezen en herlezen. In deze bundel sloopt Frank De Vos de zekerheden van het bourgeoisbestaan, van de jaknikkende goegemeente en confronteert hij de lezer frontaal en genadeloos met de leegte ervan: de Vanitas vanitatum. Hij hanteert daarbij een poëtisch fileermes dat in een niet aflatende cadans en met een taalkundige preciesheid, laag na laag de zekerheden afpelt tot de rauwe werkelijkheid blijft: Hoe eenzaam kijkt de maker. Het zet zich bij, nagelt zich / aan zijn taal. En zie, het sterft in elk gedicht. Excisa is een beklijvende bundel zonder franje, die je soms doet huiveren en emotioneel bij de keel pakt.
Excisa, Frank De Vos, Uitgeverij Litera Este, Antwerpen, 2010, ISBN 978 90 81596 00 8
(Richard Foqué)