Miel Vanstreels herinner ik mij nog van zijn bundel Demente bejaardenflat (1975). In De Windroos, de nu door Henk van Zuiden geredigeerde poëzkiereeks van de Uitgeversmaatschappij Holland in Haarlem, publiceerde hij een bundel met de op het eerste gezicht vreemde titel Godsheide. Gelukkig leert de tekst aan de achterzijde ons dat dit de naam is van het geboortedorp van de dichter die nu in Maastricht woont. De twintig gebundelde gedichten voeren ons helemaal terug naar zijn kinderjaren en de opwinding die hij destijds onderging bij het luisteren naar de sportuitzendingen op de radio. Het is pure nostalgie!
Vanstreels heeft bepaalde gegevens en details goed in zijn geheugen vast weten te houden: live -tv bestond nog niet, / de transistorradio moest nog / uitgevonden worden (pagina 10). Maar de gedurende de radioreportage herhaaldelijk genoemde namen van renners gingen een eigen leven leiden. In een gedicht is een opsomming van namen, die verwijzen naar overwinningen,valpartijen, strijd in de bergen of een flitsende sprint al een lust voor oog en oor. Italiaanse namen op zich klinken als poëzie : vooral de Italiaanse namen / gilde ik met plezier / de weg over, // Arnaldo Pambianco, Graziano / Battistini, Nino Defilippis, / Gastone Nencini, / Ercole Baldini (pagina 10).
In een gedicht over Hans Junkermann die niet zo'n winnaarstype was, noteert hij: zijn erelijst was niet bijzonder /of groot, het moeten / de klanken zijn // want zijn naam zingt nog / in mijn hoofd. (p.17). Soms gaat het om grotere jongens als Coppi of Gaul, maar daarnaast heeft Vanstreels gedichten gewijd aan de wat mindere goden die knechtenwerk moesten verrichten en zich ermee konden troosten de kampioenen aan hun overwinning te hebben geholpen: hun namen verzachten / met de jaren de nederlagen / die hij leed. (pagina 14)
Als jongetje ondergaat hij op zijn fiets de sensatie zelf de mastodonten te beklimmen of aan de streep sneller te wezen. Verbeelding vermag veel. Zijn vader, zelf renner, leert hem hoe te fietsen, en ik wil dit fietsen / nooit meer kwijt. Daar spreekt een overtuigde liefde uit. De hele bundel baadt overigens in een sfeer van grote sportmomenten tegen de achtergrond van een dorpse sfeer vol cafés, processies, kermiskoersen, volkse commentaren. Het zijn momentopnamen, herinneringen van de ouder wordende dichter aan een mooie periode, maar je moet het toch maar kunnen om in enkele trekken, eenvoudig verwoord renners te portretteren, zoals Van Steenbergen die enkel voor zijn startgeld opdook, of Beheyt die het had gewaagd de Keizer dwars te zitten. Want niet om het even wie mag winnen, bij voorkeur de favorieten. Een sobere bundel met rake typeringen .
Overigens onderhoudt Miel Vanstreels ook een boeiende weblog met zijn fietsavonturen. Wie daarvoor belangstelling heeft moet maar eens surfen naar http://www.fietsvarianten.blogspot.com/. Daarop zijn ook verwijzingen naar zijn bundels, als deze Godsheide, terug te vinden. Miel Vanstreels beslist is een van de interessantste wielerdichters in ons taalgebied.
Godsheide, Miel Vanstreels, De Windroos (Uitgeversmaatschappij Holland), Haarlem, 2010, ISBN 978 9025 111 076
(Guy van Hoof)