De eerste drie bundels van Maarten
Embrechts vormden een drieluik waarin zijn verleden centraal stond.
Belijdenispoëzie. In zijn nieuwste verzameling Liefde is een ander land
blijft dat belijdende sterk aanwezig (het
verleden raakt nooit af ) maar de thematische focus verschuift. Het betreft
een bundel met vele bodems waarin -zoals de titel aangeeft- het thema ‘liefde’
er één vormt. Liefde in haar vele verschijningsvormen: platonische, voorbije,
onbeantwoorde, mislukte, seculiere, uitblijvende liefdes. Verborgen liefdes:
zoals homoseksualiteit bijvoorbeeld in de cyclus Love letters waarin we
onder meer een hommage aan William Cliff (de Waalse Kavafis) lezen. Weinig
sublimatie in deze teksten, op het verlangen naar sublimatie na. Liefde die
wonden achterliet. Liefde als chimère, als kwelling. Liefde die de prille
onschuld voorbij is: wie schrijft er nog
met kinderhanden?.
Maar ook de liefde voor de schilderkunst
(Embrechts is een dubbelkunstenaar) hoort daar bij. Over het schilderwerk van
Lucienne Stassaert in de cyclus Triptiek voor Lucienne schrijft hij: Ze schildert de oceaan/en veel binnenmeren
en komt steeds/bij hetzelfde uit: een schreeuw/die ze niet uit kan spreken.
Het lijkt alsof Embrechts hiermee zichzelf typeert: zowel in zijn schilderijen
als in zijn poëzie is er een streven naar iets dat niet kan worden
uitgesproken, dat zich niet integraal kan laten zien. Plastisch neemt dit de
vorm aan van een waas, een ‘flou’ – alsof de dingen zich enkel vanuit een verte
kunnen laten gewaar worden. In het
slotgedicht waar het over zijn schilderkunst gaat, luiden de laatste verzen: zichtbaar zijn/ en toch uitgewist.
Die dubbelzinnigheid vinden we in zijn
gedichten terug: in de beknoptheid, in de vele stiltes van het wit waarbij een
queeste van mystieke aard hoort. De woorden worden achter glas gehouden: waarmee we in de gehanteerde taal die
‘plastische onscherpte’ terugvinden. De emotie die daarbij opwelt is
melancholie. Waarmee alles onbereikbaar, niet aan te raken blijft, verstrikt in
vergankelijkheid (veel dood ontwaren we in de bundel). Er kan alleen maar verwezen
worden, naar dat ander land dat de gehele liefde is en waaruit de dichter zich
verbannen voelt. Zou dat ander land zich aan de poorten van Hemel bevinden, in
Bethel?
Deze gedichten zijn een zoektocht naar
spirituele leegte, naar het zich leeg maken. Al mijn wonden wil ik open leggen heet het en leeg ben ik heel ontvankelijk. Is die mystieke weg een
geloofskwestie? Uit eerdere bundels weten we het en hij herhaalt het hier met
enige ironie: Aan God trekken we ons op
Die is ook al gestorven. Maar de dichter blijft met God besmet: Alleen
christus kan ik nog verdragen - Hij
is de minne die me rest. Het beeld dat opkomt is dat van een ‘ecce homo’.
Lijden maakt leeg. Dit is het wat ik te
bieden heb/ afwezigheid//mijn leegte wil je leegte hebben/maar dat is al te
veel gezegd.
Embrechts is een dichter met heel een
eigen taaltuin. Zijn vakbekwaamheid wordt bundel na bundel vaardiger en
subtieler. Een dichter die het volgen waard is.
Liefde is een
ander land, Maarten Embrechts, Uitgeverij C. de
Vries-Brouwers Antwerpen Rotterdam, 2019, ISBN 978-90-5927-634-9
(Alain Delmotte)