Om maar meteen met de deur in
huis te vallen: een fijne nieuwe bundel is Thorleif
van de productieve Job Degenaar. Vijf
jaar geleden zag Handkussen van de tijd
het licht, een bloemlezing uit zijn eerste zeven bundels, die een jaar later
reeds een tweede druk beleefde. Kom daar nog maar eens om in de poëzie.
Dit jaar verschenen de
drietalige poëziebloemlezing Achtzig van
de 80-jarige Duitse dichter Reiner Kunze, waarvan hij de samenstelling en de
Nederlandse vertaling voor zijn rekening nam, en het beeldverhaal Het orakel van Parijs, dat hij schreef
bij illustraties afbeeldingen van Monica Maat.
Voor Thorleif liet de sympathieke Job Degenaar (° 1952) zich inspireren
door fascinerende tijdsbeelden die dik een eeuw geleden werden gemaakt door de
naar de Verenigde Staten geëmigreerde Noorse fotograaf Thorleif Sverre Pedersen
Cooke (1878-1950). Die Engelse achternaam dankte hij aan Mary Jane Cooke uit
Cambridge, Massachusetts, een kinderloze weduwe die hem adopteerde toen hij
nota bene reeds 31 was. Zij liet hem een vermogen na, hetgeen hem in staat
stelde te reizen en te fotograferen. Degenaar raakte in de ban van wat Thorleif
zoal op droge glasplaat vastlegde, en schreef er 20 gedichten bij. Het is immer
een heikele onderneming om iets te schrijven bij bestaand beeld, maar Degenaar
is er schijnbaar moeiteloos in geslaagd om tot autonome verzen te komen, die je
toch net weer iets anders leest wanneer je de foto’s bekijkt die er de
aanleiding toe waren. Die je dan ook weer net iets anders beziet wanneer je de
gedichten hebt gelezen die er bij werden geschreven. Een en ander levert een
fraaie caleidoscopisch spectrum op. Bij een opname van de fotograaf (die
geregeld met de zelfontspanner in de weer was) met zijn zus en verloofde op
Revere Beach Boulevard (het eerste openbare strand) schreef Degenaar Nu en hier: Geen grotere uitzinnigheid / dan vrij het water in, de oceaan / is
eindeloos als dit leven hier // Straks
is alles passé, ben je / een schim van wie je was / blader je met bevende
vingers // door je droge plaatjes, blijft / je hand hier even dralen: ach / hoe
mooi en bitter lang geleden.
Mooi ook (uit Terugblik uit een later eeuw): Verwonderd bezie je de wereld waaruit je /
komt, gaat en in het niets verdwijnt. Of: Geef jij mij een duurzaam heden / ik jou voeten in de tijd? (uit Woord vs. beeld). Verder zetten
automobielen, zeppelins, vliegtuigen en spoorwegarbeiders de pen van de dichter
in beweging. Maar ook stadsgezichten van New York, indianen en het huis waarin
Thorleif woonde. Ontroerend mooi is de Optocht
der olifanten, een gedicht dat eindigt met En niemand van ’t geamuseerd publiek / die hun radeloosheid voelde //
toen ze verdreven werden / uit hun bossen, hun zachtgroene steppen / en naar
dit stenen decor verscheept.
Met Thorleif breidde
Job Degenaar zijn oeuvre uit met een pareltje.
Thorleif – Beeld en poëzie, Job Degenaar, Uitgeverij Liverse, Dordrecht, 2014,
ISBN 9 789491 034442
(Bert Bevers)