Ik ken Paul Cox niet, maar zijn
werk wel. Deze auteur is de dichter van de passie; de passie voor de
vergetenen. De mensen die in Cox’ vizier komen zien het leven als een lastige
oefening. De kracht van de avondschemering brengt in deze gedichten rust en
hoop. De dichter is hier een treurende optimist. Hij spreekt met de lezer, probeert
niet te storen, maar vraagt wel aandacht. Zijn verzen dwingen ons subtiel om
elke bladzijde om te draaien. Zijn poëtica legt geen beslag op ons, zijn poëzie
verleidt tot verder lezen, we volgen en slenteren zo zijn universum binnen. Cox
heeft een eigen wereld gecreëerd. Op die plek komen we zijn vluchtelingen,
zwervers en wanhopigen tegen. Deze bundel huisvest alle menselijke zorgen en
zoekt naar oplossingen. Cox weet dat alles vergankelijk is. Zijn gedichten
zalven de wonden die eigen aan de mens zijn. Over deze gedichten is nagedacht.
Zijn bundel is secuur opgebouwd. De afgemeten verzen brengen een parlando
cadans en de ritmiek wiegt ons naar inzichten. Cox blijft echter de vrije vlegel
die de lezer op zijn qui-vive houdt. De rake observaties worden ontvet en komen
in de verzen zonder overtollige woordenbrij. Hij wil de vergankelijkheid stoppen.
Onder de maretak
Laten we afspreken onder
de maretak
bij bijengezoemen in elkaar verstrengeld zijn.
Je zei: beur me wat
op,
het was een ellendige
dag vandaag,zeg me wat liefs.
De komende nacht wordt
kort, zei ik,
de morgen spreidt een
wit satijnen laken.Laten we afspreken onder de maretak
en er elkanders naam herhalen
bij zwermen verlangen.
De komende nacht
verlicht vele manen.
Paul Cox hanteert doorheen de
hele bundel de gekende stijlelementen op een subtiele manier. Bij hem geen
nevelige woordensoep, geen mistig intellectueel gedoe. Bij hem zijn begrijpbare
woorden de torenwachters die orde op zaken houden. Ik noem Paul Cox daarom de
dichter van de duidelijkheid. Zowel in de korte als de wat langere gedichten
zijn de parels niet voor de zwijnen, maar voor de geduldige lezer. Cox laat het
ook niet na om te waarschuwen, als bezorgde medemens probeert hij de alwetende
te behoeden voor wat komen zal. Hij ziet wat achter de horizon ligt en hoopt
dat wij zullen luisteren. De dichter wordt radar. Hij gruwt van leiders die
enkel meer lijden veroorzaken. Zijn gedichten bedanken de vergankelijkheid,
want in dat ophouden ligt een tastbare schoonheid. Cox is de gevoelige
troubadour die het belang van muziek in de caleidoscoop van nodige medicijnen
heeft opgenomen. Zijn herinneringen filtert hij tot ze maanheldere poëzie
worden. Zijn eerlijke aandacht voor menselijke waarden en appreciatie voor
diegenen die onze steun nodig hebben, vind ik meer dan lovenswaardig. Paul Cox
doet ons inzien dat we heel krachtig mogen bedanken om het feit dat wij nog bestaan.
Zijn gedichten zijn de beste schuilkelders om in te overleven. Bij gebrek aan piano is een bundel
zonder pretentie, maar met een duidelijke en specifieke kracht.
Bij gebrek aan piano, Paul Cox, Uitgeverij Partizaan, Gent, 2015, ISBN 978-94-9200-715-5
(Frank Decerf)