Het verhaal van Valentina

Renée Van Hekken heeft haar pluimen al lang verdiend als textielkunstenares en schrijfster van romans, verhalen en een flink aantal dichtbundels. Valentina is, als we de verzamelbundels meetellen, haar 19de poëziepublicatie.
Haar eerste prozawerk, de roman Het gesloten oor uit 1977 werd bekroond met de Stijn Streuvelsprijs voor Verhalend Proza. In 1983 verscheen haar vierde prozaboek Het stilstaand uur van de schorpioen en het was ook meteen het laatste. Daarna zouden er alleen nog dichtbundels volgen.
Toch heeft naar mijn gevoel Renée Van Hekken het proza nooit opgegeven. Er zit nu eenmaal een sterk verhalend element in haar poëzie. Dat was al duidelijk in de bundel De roos van Allendale (2009) - het verhaal van de roos en de zeeman, die altijd onderweg is maar steeds terugdenkt aan zijn geliefde - en ook in de bundel die daar op volgde, De hoed van Hortense (2011), waarin het hoofdpersonage een mysterieuze dame is die vanonder de rand van haar modieuze hoeden het reilen en zeilen van de wereld volgt.
En wat is nu het verhaal van Valentina? Welnu, in de 18de en 19de eeuw vond er een ware volksverhuizing plaats; in de haven van Antwerpen scheepten talloze volksverhuizers in met bestemming het beloofde land Amerika. Valentina is echter een migrante die in Antwerpen aanmeert (In Valentina’s hoofd woont haar geschiedenis, haar intieme / verleden met verloren tijd erin, en verloren familie) en hier haar geluk komt beproeven. Om te overleven verkoopt ze eerst bloemen:

Schamel bloemen verkopen op het plein,
dat is nu haar lot.
In een haar vreemd land, op de trappen
van een gesloten museum.
Als een verschoppeling, zonder papieren.

Maar eens dat ze heren van stand ontmoet die wel iets zien in de aantrekkelijke Valentina, verkoopt ze haar lichaam.

De uitheemse Valentina,
rode roos uit het Zuiden
zwartfluwelig bloeiend,
in zijn schoot.

Bovendien tracht ze ook nog haar artistieke ambities waar te maken:

Valentina tekent de dagen,
de geuren en naakte lichamen.
Ze schets de zwarte lijnen,
de groeven in iemands gezicht, het vroege verdriet.

Haar zoektocht naar geborgenheid is geen successtory - ze belandt in de goot. Maar eind goed al goed: aan de horizon verschijnt een romantische fin de siècle dichter met een melancholische inborst die zich over haar ontfermt, haar een plaats aanbiedt achter op zijn bakfiets aan en zo rijdt het duo een nieuwe – en hopelijk mooie – toekomst tegemoet.

Valentina,

Migrante, zakkendraagster, danseres, bloemenvenster,
vluchtelinge, vluchtende hoer,
schilderes van onbestemde landschappen,
betreed mijn verleden land.
Als ik jou omarm, ben je thuis.
Zegt de dichter met de bakfiets, in de Scheldestad.

 Een verhaal? Natuurlijk. Poëzie? Absoluut: de subtiliteit en de suggestie in de dichterlijke taal waarmee Renée Van Hekken dit verhaal van wanhoop, hoop en hunker naar een thuishaven verbeeldt; de broze lijn tussen schoonheid en verval, die wel een constante in al haar werk lijkt te zijn, kan de lezer niet onverschillig laten.

Valentina, Renée Van Hekken, met een illustratie van Joseph Laureys, Uitgeverij Thuishaven, Schoten, 2013

(Roger Nupie)